Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. belachelijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für belachelijk (Niederländisch) ins Schwedisch

belachelijk:

belachelijk Adjektiv

  1. belachelijk (bespottelijk; absurd; lachwekkend)
    löjlig; fånig; fånigt; absurd; löjligt; absurt

Übersetzung Matrix für belachelijk:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
absurd absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend ongerijmd
absurt absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend ongerijmd
fånig absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend achterlijk; oubollig
fånigt absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend achterlijk; onzinnig; oubollig
löjlig absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend ongerijmd; ridicuul
löjligt absurd; belachelijk; bespottelijk; lachwekkend ongerijmd; ridicuul

Verwandte Wörter für "belachelijk":

  • belachelijkheid, belachelijker, belachelijkere, belachelijkst, belachelijkste, belachelijke

Synonyms for "belachelijk":


Verwandte Definitionen für "belachelijk":

  1. heel erg raar1
    • wat een belachelijke broek heb je aan!1

Wiktionary Übersetzungen für belachelijk:


Cross Translation:
FromToVia
belachelijk skratta åt; förlöjliga; håna deride — to harshly mock; ridicule
belachelijk löjlig ridiculous — foolish
belachelijk löjlig; narr ridicule — Qui est digne de risée ou de moquerie.

Verwandte Übersetzungen für belachelijk