Niederländisch
Detailübersetzungen für bekrassen (Niederländisch) ins Schwedisch
bekrassen:
-
bekrassen
Konjugationen für bekrassen:
o.t.t.
- bekras
- bekrast
- bekrast
- bekrassen
- bekrassen
- bekrassen
o.v.t.
- bekraste
- bekraste
- bekraste
- bekrasten
- bekrasten
- bekrasten
v.t.t.
- heb bekrast
- hebt bekrast
- heeft bekrast
- hebben bekrast
- hebben bekrast
- hebben bekrast
v.v.t.
- had bekrast
- had bekrast
- had bekrast
- hadden bekrast
- hadden bekrast
- hadden bekrast
o.t.t.t.
- zal bekrassen
- zult bekrassen
- zal bekrassen
- zullen bekrassen
- zullen bekrassen
- zullen bekrassen
o.v.t.t.
- zou bekrassen
- zou bekrassen
- zou bekrassen
- zouden bekrassen
- zouden bekrassen
- zouden bekrassen
diversen
- bekras!
- bekrast!
- bekrast
- bekrassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für bekrassen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
riva | scheur; torn | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
klösa | bekrassen | inscheuren; scheuren |
riva | bekrassen | aanharken; ergens uitscheuren; inscheuren; knarsen; krassen; raspen; schaven; scheuren; schuren; zich krabben |