Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. begaafdheid:
  2. begaafd:


Niederländisch

Detailübersetzungen für begaafdheid (Niederländisch) ins Schwedisch

begaafdheid:

begaafdheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de begaafdheid (talent; capaciteit; bekwaamheid; )
    begåvelse; talang; möjlighet

Übersetzung Matrix für begaafdheid:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
begåvelse aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft
möjlighet aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft gelegenheid; kans; mogelijkheid
talang aanleg; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft begaafdheden; faculteit
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
talang begaafd; begenadigd; getalenteerd; talentrijk; talentvol

Verwandte Wörter für "begaafdheid":


begaafd:

begaafd Adjektiv

  1. begaafd (talentvol; getalenteerd; begenadigd; talentrijk)
    talang

Übersetzung Matrix für begaafd:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
talang aanleg; begaafdheden; begaafdheid; bekwaamheid; capaciteit; faculteit; gave; knobbel; kundigheid; scherpzinnigheid; talent; vernuft
AdjectiveVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
- knap
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
talang begaafd; begenadigd; getalenteerd; talentrijk; talentvol

Verwandte Wörter für "begaafd":


Synonyms for "begaafd":


Verwandte Definitionen für "begaafd":

  1. met aanleg voor iets1
    • hij is een begaafd pianist1