Niederländisch
Detailübersetzungen für aftroeven (Niederländisch) ins Schwedisch
aftroeven:
-
aftroeven (overtroeven)
Konjugationen für aftroeven:
o.t.t.
- troef af
- troeft af
- troeft af
- troeven af
- troeven af
- troeven af
o.v.t.
- troefde af
- troefde af
- troefde af
- troefden af
- troefden af
- troefden af
v.t.t.
- heb afgetroefd
- hebt afgetroefd
- heeft afgetroefd
- hebben afgetroefd
- hebben afgetroefd
- hebben afgetroefd
v.v.t.
- had afgetroefd
- had afgetroefd
- had afgetroefd
- hadden afgetroefd
- hadden afgetroefd
- hadden afgetroefd
o.t.t.t.
- zal aftroeven
- zult aftroeven
- zal aftroeven
- zullen aftroeven
- zullen aftroeven
- zullen aftroeven
o.v.t.t.
- zou aftroeven
- zou aftroeven
- zou aftroeven
- zouden aftroeven
- zouden aftroeven
- zouden aftroeven
diversen
- troef af!
- troeft af!
- afgetroefd
- aftroevende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
aftroeven (overtroeven)
överträffande-
överträffande Nomen
-
Übersetzung Matrix für aftroeven:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
överträffande | aftroeven; overtroeven | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
sticka | aftroeven; overtroeven | breien; doorprikken; een por geven; klitten; openprikken; opkrassen; porren; prikken; prikken in; samenplakken; steken; steken geven; stoten; voorsnijden |