Niederländisch
Detailübersetzungen für aanzwiepen (Niederländisch) ins Schwedisch
aanzwiepen:
-
aanzwiepen (voortdrijven; wegjagen; voortjagen; opdrijven)
Übersetzung Matrix für aanzwiepen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
fortsätta | aanzwiepen; opdrijven; voortdrijven; voortjagen; wegjagen | aanhouden; avanceren; continueren; doorgaan; doorlopen; doorwerken; duur verlengen; een stapje verder gaan; handelen; leven; manipuleren; op hol slaan; opereren; optreden; procederen; prolongeren; reactiveren; te werk gaan; uit wachtstand halen; verder lopen; verdergaan; verlengen; vervolgen; voortgaan; voortzetten; werken |
gå vidare | aanzwiepen; opdrijven; voortdrijven; voortjagen; wegjagen | avanceren; doorlopen; verder lopen; verdergaan; voortgaan |
köra vidare | aanzwiepen; opdrijven; voortdrijven; voortjagen; wegjagen | vooroprijden; vooruitrijden |
tränga på | aanzwiepen; opdrijven; voortdrijven; voortjagen; wegjagen | doorduwen |