Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten
- beredeneerd:
- beredeneren:
-
Wiktionary:
- beredeneerd → slug
Niederländisch
Detailübersetzungen für beredeneerd (Niederländisch) ins Schwedisch
beredeneerd:
-
beredeneerd
väl resonerad-
väl resonerad Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für beredeneerd:
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
väl resonerad | beredeneerd |
Wiktionary Übersetzungen für beredeneerd:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• beredeneerd | → slug | ↔ prudent — practically wise, judicious, shrewd |
beredeneerd form of beredeneren:
-
beredeneren (argumenteren; redeneren)
Konjugationen für beredeneren:
o.t.t.
- beredeneer
- beredeneert
- beredeneert
- beredeneren
- beredeneren
- beredeneren
o.v.t.
- beredeneerde
- beredeneerde
- beredeneerde
- beredeneerden
- beredeneerden
- beredeneerden
v.t.t.
- heb beredeneerd
- hebt beredeneerd
- heeft beredeneerd
- hebben beredeneerd
- hebben beredeneerd
- hebben beredeneerd
v.v.t.
- had beredeneerd
- had beredeneerd
- had beredeneerd
- hadden beredeneerd
- hadden beredeneerd
- hadden beredeneerd
o.t.t.t.
- zal beredeneren
- zult beredeneren
- zal beredeneren
- zullen beredeneren
- zullen beredeneren
- zullen beredeneren
o.v.t.t.
- zou beredeneren
- zou beredeneren
- zou beredeneren
- zouden beredeneren
- zouden beredeneren
- zouden beredeneren
diversen
- beredeneer!
- beredeneert!
- beredeneerd
- beredenerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für beredeneren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
diskutera | bespreken; spreken over | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
diskutera | argumenteren; beredeneren; redeneren | argumenteren; bediscussiëren; bepraten; bespreken; converseren; debatteren; discussiëren; disputeren; doordiscussiëren; doorpraten; doorspreken; onderwerp behandelen; praten; praten over; redetwisten; spreken; spreken over; twisten |
resonera | argumenteren; beredeneren; redeneren |