Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für melken (Niederländisch) ins Schwedisch
melken:
-
melken
Konjugationen für melken:
o.t.t.
- melk
- melkt
- melkt
- melken
- melken
- melken
o.v.t.
- molk
- molk
- molk
- molken
- molken
- molken
v.t.t.
- heb gemolken
- hebt gemolken
- heeft gemolken
- hebben gemolken
- hebben gemolken
- hebben gemolken
v.v.t.
- had gemolken
- had gemolken
- had gemolken
- hadden gemolken
- hadden gemolken
- hadden gemolken
o.t.t.t.
- zal melken
- zult melken
- zal melken
- zullen melken
- zullen melken
- zullen melken
o.v.t.t.
- zou melken
- zou melken
- zou melken
- zouden melken
- zouden melken
- zouden melken
en verder
- is gemolken
- zijn gemolken
diversen
- melk!
- melkt!
- gemolken
- melkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für melken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
mjölka | melken |
Verwandte Wörter für "melken":
melk:
Übersetzung Matrix für melk:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
mjölk | melk |