Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. lichtend:
  2. lichten:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lichtend (Niederländisch) ins Schwedisch

lichtend:

lichtend Adjektiv

  1. lichtend (licht gevend; schijnend)

Übersetzung Matrix für lichtend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
självlysande licht gevend; lichtend; schijnend

Wiktionary Übersetzungen für lichtend:


Cross Translation:
FromToVia
lichtend ljus; belyst light — having light
lichtend klar; tydlig; ljus clair — Qui a l’éclat du jour, de la lumière.

lichtend form of lichten:

lichten [de ~] Nomen, Plural

  1. de lichten
    ljus

lichten Verb (licht, lichtte, lichtten, gelicht)

  1. lichten (bliksemen; weerlichten)
    upplysa
    • upplysa Verb (upplysar, upplysade, upplysat)
  2. lichten (naar boven trekken; omhoog trekken; omhoog rukken)
    utarbeta; dra upp; avfatta
    • utarbeta Verb (utarbetar, utarbetade, utarbetat)
    • dra upp Verb (drar upp, drog upp, dragit upp)
    • avfatta Verb (avfattar, avfattade, avfattat)
  3. lichten (verwijderen; afnemen; ecarteren; )
    avlägsna; ta bort
    • avlägsna Verb (avlägsnar, avlägsnade, avlägsnat)
    • ta bort Verb (tar bort, tog bort, tagit bort)
  4. lichten (flitsen; oplichten)
    blixtra
    • blixtra Verb (blixtrar, blixtrade, blixtrat)
  5. lichten (licht worden)
    gry; dagas; ljusna
    • gry Verb (gryr, grydde, grytt)
    • dagas Verb (dagas, dagades, dagats)
    • ljusna Verb (ljusnar, ljusnade, ljusnat)
  6. lichten (optillen; opheffen; heffen; )
    lyfta upp; hissa upp
    • lyfta upp Verb (lyftar upp, lyftade upp, lyftat upp)
    • hissa upp Verb (hissar upp, hissade upp, hissat upp)
  7. lichten (buslichten)
    tömma brevlådan

Konjugationen für lichten:

o.t.t.
  1. licht
  2. licht
  3. licht
  4. lichten
  5. lichten
  6. lichten
o.v.t.
  1. lichtte
  2. lichtte
  3. lichtte
  4. lichtten
  5. lichtten
  6. lichtten
v.t.t.
  1. heb gelicht
  2. hebt gelicht
  3. heeft gelicht
  4. hebben gelicht
  5. hebben gelicht
  6. hebben gelicht
v.v.t.
  1. had gelicht
  2. had gelicht
  3. had gelicht
  4. hadden gelicht
  5. hadden gelicht
  6. hadden gelicht
o.t.t.t.
  1. zal lichten
  2. zult lichten
  3. zal lichten
  4. zullen lichten
  5. zullen lichten
  6. zullen lichten
o.v.t.t.
  1. zou lichten
  2. zou lichten
  3. zou lichten
  4. zouden lichten
  5. zouden lichten
  6. zouden lichten
en verder
  1. is gelicht
  2. zijn gelicht
diversen
  1. licht!
  2. licht!
  3. gelicht
  4. lichtend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für lichten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dra upp op komen zetten
ljus lichten kaars
ta bort wegruimen
utarbeta opmaken; opstellen; redigeren
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avfatta lichten; naar boven trekken; omhoog rukken; omhoog trekken
avlägsna afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken
blixtra flitsen; lichten; oplichten
dagas licht worden; lichten aanbreken van de dag; dagen
dra upp lichten; naar boven trekken; omhoog rukken; omhoog trekken hijsen; hoger draaien; met een takel ophijsen; naar boven brengen; naar boven leiden; naar boven voeren; omhoogdraaien; omhooghalen; omhoogrennen; omhoogrukken; omhoogsnellen; omhoogtrekken; opdraaien; openbreken; openleggen; ophijsen; takelen
gry licht worden; lichten
hissa upp heffen; lichten; omhoog brengen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen met een takel ophijsen; omhoogrukken; takelen
ljusna licht worden; lichten beschijnen; bleek worden; opklaren; verlichten; wit wegtrekken; wolken verdwijnen
lyfta upp heffen; lichten; omhoog brengen; omhoogheffen; opheffen; optillen; tillen heffen; hijsen; met een takel ophijsen; omhoog doen; omhoog heffen; omhoogrukken; omhoogtillen; opheffen; samenvouwen; takelen
ta bort afnemen; afzonderen; ecarteren; lichten; verplaatsen; vervreemden; verwijderen; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegnemen; wegwerken afnemen; afstoffen; afvoeren; meedragen; nemen uit; publicatie ongedaan maken; stoffen; uitgommen; uitlichten; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; verwijderen; vlakken; wegdragen; wegsjouwen; wegslepen; wegvegen; wegvoeren; wissen
tömma brevlådan buslichten; lichten
upplysa bliksemen; lichten; weerlichten bijlichten; illumineren; informeren; inlichten; op de hoogte brengen; opklaren; tippen; van iets in kennis stellen; verwittigen; waarschuwen; wolken verdwijnen
utarbeta lichten; naar boven trekken; omhoog rukken; omhoog trekken preciseren; uitwerken
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ljus aanschouwelijk; duidelijk; licht; niet donker

Wiktionary Übersetzungen für lichten:


Cross Translation:
FromToVia
lichten lysa upp; belysa light — to illuminate
lichten lysa; skina; glänsa luireémettre de la lumière.

Verwandte Übersetzungen für lichtend