Übersicht
Niederländisch nach Schwedisch:   mehr Daten
  1. overreden:
  2. overrijden:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für overreden (Niederländisch) ins Schwedisch

overreden:

overreden Verb (overreed, overreedt, overreedde, overreedden, overreed)

  1. overreden (overtuigen; overhalen; ompraten)
    övertala; övertyga
    • övertala Verb (övertalar, övertalade, övertalat)
    • övertyga Verb (övertygar, övertygade, övertygat)

Konjugationen für overreden:

o.t.t.
  1. overreed
  2. overreedt
  3. overreedt
  4. overreden
  5. overreden
  6. overreden
o.v.t.
  1. overreedde
  2. overreedde
  3. overreedde
  4. overreedden
  5. overreedden
  6. overreedden
v.t.t.
  1. heb overreed
  2. hebt overreed
  3. heeft overreed
  4. hebben overreed
  5. hebben overreed
  6. hebben overreed
v.v.t.
  1. had overreed
  2. had overreed
  3. had overreed
  4. hadden overreed
  5. hadden overreed
  6. hadden overreed
o.t.t.t.
  1. zal overreden
  2. zult overreden
  3. zal overreden
  4. zullen overreden
  5. zullen overreden
  6. zullen overreden
o.v.t.t.
  1. zou overreden
  2. zou overreden
  3. zou overreden
  4. zouden overreden
  5. zouden overreden
  6. zouden overreden
en verder
  1. ben overreed
  2. bent overreed
  3. is overreed
  4. zijn overreed
  5. zijn overreed
  6. zijn overreed
diversen
  1. overreed!
  2. overreedt!
  3. overreden
  4. overredend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overreden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
övertala ompraten; overhalen; overreden; overtuigen tot iets bewegen; verleiden tot
övertyga ompraten; overhalen; overreden; overtuigen

Wiktionary Übersetzungen für overreden:


Cross Translation:
FromToVia
overreden övertyga persuade — convince
overreden inspirera; inandas; ingiva; råda inspirerfaire pénétrer artificiellement de l’air dans les poumons.

overreden form of overrijden:

overrijden Verb (overrijd, overrijdt, overreed, overreden, overreden)

  1. overrijden (omverrijden; overheen rijden)
    köra över
    • köra över Verb (kör över, körde över, kört över)

Konjugationen für overrijden:

o.t.t.
  1. overrijd
  2. overrijdt
  3. overrijdt
  4. overrijden
  5. overrijden
  6. overrijden
o.v.t.
  1. overreed
  2. overreed
  3. overreed
  4. overreden
  5. overreden
  6. overreden
v.t.t.
  1. ben overreden
  2. bent overreden
  3. is overreden
  4. zijn overreden
  5. zijn overreden
  6. zijn overreden
v.v.t.
  1. was overreden
  2. was overreden
  3. was overreden
  4. waren overreden
  5. waren overreden
  6. waren overreden
o.t.t.t.
  1. zal overrijden
  2. zult overrijden
  3. zal overrijden
  4. zullen overrijden
  5. zullen overrijden
  6. zullen overrijden
o.v.t.t.
  1. zou overrijden
  2. zou overrijden
  3. zou overrijden
  4. zouden overrijden
  5. zouden overrijden
  6. zouden overrijden
en verder
  1. heb overreden
  2. hebt overreden
  3. heeft overreden
  4. hebben overreden
  5. hebben overreden
  6. hebben overreden
diversen
  1. overrijd!
  2. overrijdt!
  3. overreden
  4. overrijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für overrijden:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
köra över omverrijden; overheen rijden; overrijden