Niederländisch
Detailübersetzungen für verhoren (Niederländisch) ins Schwedisch
verhoren:
-
verhoren (ondervragen; uitvragen; overhoren; uithoren)
Konjugationen für verhoren:
o.t.t.
- verhoor
- verhoort
- verhoort
- verhoren
- verhoren
- verhoren
o.v.t.
- verhoorde
- verhoorde
- verhoorde
- verhoorden
- verhoorden
- verhoorden
v.t.t.
- heb verhoord
- hebt verhoord
- heeft verhoord
- hebben verhoord
- hebben verhoord
- hebben verhoord
v.v.t.
- had verhoord
- had verhoord
- had verhoord
- hadden verhoord
- hadden verhoord
- hadden verhoord
o.t.t.t.
- zal verhoren
- zult verhoren
- zal verhoren
- zullen verhoren
- zullen verhoren
- zullen verhoren
o.v.t.t.
- zou verhoren
- zou verhoren
- zou verhoren
- zouden verhoren
- zouden verhoren
- zouden verhoren
diversen
- verhoor!
- verhoort!
- verhoord
- verhorend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für verhoren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
förhöra | ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren | controleren; nagaan; nakijken |
utfråga | ondervragen; overhoren; uithoren; uitvragen; verhoren |
Wiktionary Übersetzungen für verhoren:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• verhoren | → förhöra | ↔ interrogate — to question or quiz |