Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für vergroten (Niederländisch) ins Schwedisch
vergroten:
-
vergroten (talrijker maken; uitbreiden; vermeerderen)
-
vergroten (opvoeren)
Konjugationen für vergroten:
o.t.t.
- vergroot
- vergroot
- vergroot
- vergroten
- vergroten
- vergroten
o.v.t.
- vergrootte
- vergrootte
- vergrootte
- vergrootten
- vergrootten
- vergrootten
v.t.t.
- heb vergroot
- hebt vergroot
- heeft vergroot
- hebben vergroot
- hebben vergroot
- hebben vergroot
v.v.t.
- had vergroot
- had vergroot
- had vergroot
- hadden vergroot
- hadden vergroot
- hadden vergroot
o.t.t.t.
- zal vergroten
- zult vergroten
- zal vergroten
- zullen vergroten
- zullen vergroten
- zullen vergroten
o.v.t.t.
- zou vergroten
- zou vergroten
- zou vergroten
- zouden vergroten
- zouden vergroten
- zouden vergroten
diversen
- vergroot!
- vergroot!
- vergroot
- vergrotend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für vergroten:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
servera | opdienen; serveren | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
föröka sig | talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen | vermenigvuldigen; voortplanten |
servera | opvoeren; vergroten | aan tafel bedienen; bedienen; dienen; eten opscheppen; knoppen bedienen; opdienen; opdissen; opscheppen; serveren; voorzetten; zich bedienen; zich bedienen aan tafel |
tillväxa | talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen | |
tillväxa i antal | talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen | |
ökas | talrijker maken; uitbreiden; vergroten; vermeerderen | aangroeien; zich vermeerderen |
Wiktionary Übersetzungen für vergroten:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• vergroten | → öka | ↔ augment — to increase, make larger or supplement |
• vergroten | → förstora | ↔ embiggen — Make bigger |
• vergroten | → öppna; utveckla; utbreda | ↔ expand — (transitive) to change from a smaller form/size to a larger one |
• vergroten | → utvidga; vidga; expandera | ↔ expand — (transitive) to increase the extent, number, volume or scope of' |
• vergroten | → förstärka; armera | ↔ reinforce — to strengthen by addition |
• vergroten | → sprida | ↔ spread — (intransitive) to take up a larger area, expand |
• vergroten | → förstora | ↔ agrandir — rendre plus grand. |
• vergroten | → förstora; gro; växa | ↔ augmenter — rendre une quantité plus grande. |
• vergroten | → förstora | ↔ étendre — Traductions à trier suivant le sens |
Computerübersetzung von Drittern: