Übersicht
Niederländisch
Detailübersetzungen für reglementeren (Niederländisch) ins Schwedisch
reglementeren:
-
reglementeren
Konjugationen für reglementeren:
o.t.t.
- reglementeer
- reglementeert
- reglementeert
- reglementeren
- reglementeren
- reglementeren
o.v.t.
- reglementeerde
- reglementeerde
- reglementeerde
- reglementeerden
- reglementeerden
- reglementeerden
v.t.t.
- heb gereglementeerd
- hebt gereglementeerd
- heeft gereglementeerd
- hebben gereglementeerd
- hebben gereglementeerd
- hebben gereglementeerd
v.v.t.
- had gereglementeerd
- had gereglementeerd
- had gereglementeerd
- hadden gereglementeerd
- hadden gereglementeerd
- hadden gereglementeerd
o.t.t.t.
- zal reglementeren
- zult reglementeren
- zal reglementeren
- zullen reglementeren
- zullen reglementeren
- zullen reglementeren
o.v.t.t.
- zou reglementeren
- zou reglementeren
- zou reglementeren
- zouden reglementeren
- zouden reglementeren
- zouden reglementeren
en verder
- is gereglementeerd
- zijn gereglementeerd
diversen
- reglementeer!
- reglementeert!
- gereglementeerd
- reglementerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für reglementeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
inrätta | reglementeren | oprichten; optrekken; overeindzetten |
ordna | reglementeren | afspreken; archiveren; arrangeren; bedisselen; bevelen; bewaren; classificeren; dicteren; gebieden; gelasten; iets op touw zetten; iets regelen; in het gelid stellen; inrichten; installeren; op orde brengen; opbergen; opslaan; ordenen; rangeren; rangordenen; rangschikken; rechtmaken; regelen; scharen; schiften; schikken; sorteren; uitzoeken; voorschrijven |
reglera | reglementeren | regelen; reguleren; schikken |
styra | reglementeren | aan het stuur zitten; sturen; zenden |