"pover" übersetzt von Niederländische ins Schwedisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch nach Schwedisch: mehr Daten

pover:
- knapert; fattigt; fattig; lumpig; drabbad av fattighet; lumpigt; dåligt; dålig; ruggig; ruggigt; ovårdat; raggigt; i trasor

Niederländisch

Detailübersetzungen für pover (Niederländisch) ins Schwedisch

pover:

pover Adjektiv

pover (mager; schraal; karig; berooid)
knapert; fattigt
- knapert Adjektiv
- fattigt Adjektiv
pover (schraal; mager; schamel; armzalig; karig)
fattigt; fattig
- fattigt Adjektiv
- fattig Adjektiv
pover (armzalig; luizig; armoedig; schooierig)
lumpig; drabbad av fattighet; lumpigt
- lumpig Adjektiv
- drabbad av fattighet Adjektiv
- lumpigt Adjektiv
pover (er bekaaid afkomen; bekaaid; schamel)
dåligt; dålig
- dåligt Adjektiv
- dålig Adjektiv
pover (haveloos; sjofel; schamel; flodderig; verlopen; sjofeltjes; armoedig)
ruggig; ruggigt; ovårdat; raggigt; i trasor
- ruggig Adjektiv
- ruggigt Adjektiv
- ovårdat Adjektiv
- raggigt Adjektiv
- i trasor Adjektiv

Übersetzung Matrix für pover:

Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
drabbad av fattighet	armoedig; armzalig; luizig; pover; schooierig
dålig	bekaaid; er bekaaid afkomen; pover; schamel	aan een ziekte lijdend; achterbaks; arm; banaal; boosaardig; geniepig; gluiperig; in het geniep; inferieur; laag; malicieus; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; snood; stiekem; tweederangs; verraderlijk; vuig; ziek; zwak
dåligt	bekaaid; er bekaaid afkomen; pover; schamel	aan een ziekte lijdend; achterbaks; arm; banaal; boosaardig; gemeen; geniepig; gluiperig; in het geniep; inferieur; laag; malicieus; min; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; slecht; snood; stiekem; tweederangs; vals; verraderlijk; vuig; ziek; zwak
fattig	arm; armetierig; armzalig; berooid; karig; mager; pover; schamel; schraal	dor; schraal
fattigt	arm; armetierig; armzalig; berooid; karig; mager; pover; schamel; schraal	dor; schraal
i trasor	armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen
knapert	berooid; karig; mager; pover; schraal
lumpig	armoedig; armzalig; luizig; pover; schooierig
lumpigt	armoedig; armzalig; luizig; pover; schooierig
ovårdat	armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen	onordelijk; ordeloos; wanordelijk
raggigt	armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen	ruigharig; ruwharig
ruggig	armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen	ruigharig; ruwharig
ruggigt	armoedig; flodderig; haveloos; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verlopen	ruigharig; ruwharig

übersetze pover von Niederländische ins Schwedisch

Detailübersetzungen für pover (Niederländisch) ins Schwedisch

pover:

pover Adjektiv

pover (mager; schraal; karig; berooid)

pover (schraal; mager; schamel; armzalig; karig)

pover (armzalig; luizig; armoedig; schooierig)

pover (er bekaaid afkomen; bekaaid; schamel)

pover (haveloos; sjofel; schamel; flodderig; verlopen; sjofeltjes; armoedig)

Übersetzung Matrix für pover:

Verwandte Wörter für "pover":