Niederländisch
Detailed Synonyms for uitmonden in Niederländisch
uitmonden:
-
uitmonden
resulteren; uitmonden; tot gevolg hebben; resultaat-
tot gevolg hebben Verb (heb tot gevolg, hebt tot gevolg, had tot gevolg, hadden tot gevolg, tot gevolg gehad)
-
resultaat Verb
-
uitmonden
Konjugationen für uitmonden:
o.t.t.
- mond uit
- mondt uit
- mondt uit
- monden uit
- monden uit
- monden uit
o.v.t.
- mondde uit
- mondde uit
- mondde uit
- mondden uit
- mondden uit
- mondden uit
v.t.t.
- ben uitgemond
- bent uitgemond
- is uitgemond
- zijn uitgemond
- zijn uitgemond
- zijn uitgemond
v.v.t.
- was uitgemond
- was uitgemond
- was uitgemond
- waren uitgemond
- waren uitgemond
- waren uitgemond
o.t.t.t.
- zal uitmonden
- zult uitmonden
- zal uitmonden
- zullen uitmonden
- zullen uitmonden
- zullen uitmonden
o.v.t.t.
- zou uitmonden
- zou uitmonden
- zou uitmonden
- zouden uitmonden
- zouden uitmonden
- zouden uitmonden
diversen
- mond uit!
- mondt uit!
- uitgemond
- uitmondend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze