Niederländisch
Detailed Synonyms for toon in Niederländisch
toon:
-
de toon
-
de toon
-
de toon
-
de toon
-
de toon
– klank met bepaalde hoogte 1 -
de toon
– manier van praten 1
Verwandte Wörter für "toon":
Verwandte Definitionen für "toon":
toon form of tonen:
-
tonen
-
tonen
-
tonen
-
tonen
-
tonen
-
tonen
– het laten zien 1
Konjugationen für tonen:
o.t.t.
- toon
- toont
- toont
- tonen
- tonen
- tonen
o.v.t.
- toonde
- toonde
- toonde
- toonden
- toonden
- toonden
v.t.t.
- heb getoond
- hebt getoond
- heeft getoond
- hebben getoond
- hebben getoond
- hebben getoond
v.v.t.
- had getoond
- had getoond
- had getoond
- hadden getoond
- hadden getoond
- hadden getoond
o.t.t.t.
- zal tonen
- zult tonen
- zal tonen
- zullen tonen
- zullen tonen
- zullen tonen
o.v.t.t.
- zou tonen
- zou tonen
- zou tonen
- zouden tonen
- zouden tonen
- zouden tonen
en verder
- ben getoond
- bent getoond
- is getoond
- zijn getoond
- zijn getoond
- zijn getoond
diversen
- toon!
- toont!
- getoond
- tonend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze