Niederländisch
Detailed Synonyms for tegenhouden in Niederländisch
tegenhouden:
-
tegenhouden
ophouden; stopzetten; remmen; tegenhouden; halt houden; tot staan brengen-
tot staan brengen Verb (breng tot staan, brengt tot staan, bracht tot staan, brachten tot staan, tot staan gebracht)
-
tegenhouden
– niet verder laten gaan 1
Konjugationen für tegenhouden:
o.t.t.
- houd tegen
- houdt tegen
- houdt tegen
- houden tegen
- houden tegen
- houden tegen
o.v.t.
- hield tegen
- hield tegen
- hield tegen
- hielden tegen
- hielden tegen
- hielden tegen
v.t.t.
- heb tegengehouden
- hebt tegengehouden
- heeft tegengehouden
- hebben tegengehouden
- hebben tegengehouden
- hebben tegengehouden
v.v.t.
- had tegengehouden
- had tegengehouden
- had tegengehouden
- hadden tegengehouden
- hadden tegengehouden
- hadden tegengehouden
o.t.t.t.
- zal tegenhouden
- zult tegenhouden
- zal tegenhouden
- zullen tegenhouden
- zullen tegenhouden
- zullen tegenhouden
o.v.t.t.
- zou tegenhouden
- zou tegenhouden
- zou tegenhouden
- zouden tegenhouden
- zouden tegenhouden
- zouden tegenhouden
en verder
- ben tegengehouden
- bent tegengehouden
- is tegengehouden
- zijn tegengehouden
- zijn tegengehouden
- zijn tegengehouden
diversen
- houd tegen!
- houdt tegen!
- tegengehouden
- tegenhoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze