Übersicht
Niederländisch
Detailed Synonyms for stropen in Niederländisch
stropen:
Konjugationen für stropen:
o.t.t.
- stroop
- stroopt
- stroopt
- stropen
- stropen
- stropen
o.v.t.
- stroopte
- stroopte
- stroopte
- stroopten
- stroopten
- stroopten
v.t.t.
- heb gestroopt
- hebt gestroopt
- heeft gestroopt
- hebben gestroopt
- hebben gestroopt
- hebben gestroopt
v.v.t.
- had gestroopt
- had gestroopt
- had gestroopt
- hadden gestroopt
- hadden gestroopt
- hadden gestroopt
o.t.t.t.
- zal stropen
- zult stropen
- zal stropen
- zullen stropen
- zullen stropen
- zullen stropen
o.v.t.t.
- zou stropen
- zou stropen
- zou stropen
- zouden stropen
- zouden stropen
- zouden stropen
en verder
- ben gestroopt
- bent gestroopt
- is gestroopt
- zijn gestroopt
- zijn gestroopt
- zijn gestroopt
diversen
- stroop!
- stroopt!
- gestroopt
- stropend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze