Übersicht
Niederländisch
Detailed Synonyms for stip in Niederländisch
stip:
-
de stip
Verwandte Wörter für "stip":
stip form of stippen:
-
stippen
Konjugationen für stippen:
o.t.t.
- stip
- stipt
- stipt
- stippen
- stippen
- stippen
o.v.t.
- stipte
- stipte
- stipte
- stipten
- stipten
- stipten
v.t.t.
- heb gestipt
- hebt gestipt
- heeft gestipt
- hebben gestipt
- hebben gestipt
- hebben gestipt
v.v.t.
- had gestipt
- had gestipt
- had gestipt
- hadden gestipt
- hadden gestipt
- hadden gestipt
o.t.t.t.
- zal stippen
- zult stippen
- zal stippen
- zullen stippen
- zullen stippen
- zullen stippen
o.v.t.t.
- zou stippen
- zou stippen
- zou stippen
- zouden stippen
- zouden stippen
- zouden stippen
en verder
- ben gestipt
- bent gestipt
- is gestipt
- zijn gestipt
- zijn gestipt
- zijn gestipt
diversen
- stip !
- stipt !
- gestipt
- stippend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze