Niederländisch
Detailed Synonyms for retoucheren in Niederländisch
retoucheren:
-
retoucheren
Konjugationen für retoucheren:
o.t.t.
- retoucheer
- retoucheert
- retoucheert
- retoucheren
- retoucheren
- retoucheren
o.v.t.
- retoucheerde
- retoucheerde
- retoucheerde
- retoucheerden
- retoucheerden
- retoucheerden
v.t.t.
- heb geretoucheerd
- hebt geretoucheerd
- heeft geretoucheerd
- hebben geretoucheerd
- hebben geretoucheerd
- hebben geretoucheerd
v.v.t.
- had geretoucheerd
- had geretoucheerd
- had geretoucheerd
- hadden geretoucheerd
- hadden geretoucheerd
- hadden geretoucheerd
o.t.t.t.
- zal retoucheren
- zult retoucheren
- zal retoucheren
- zullen retoucheren
- zullen retoucheren
- zullen retoucheren
o.v.t.t.
- zou retoucheren
- zou retoucheren
- zou retoucheren
- zouden retoucheren
- zouden retoucheren
- zouden retoucheren
en verder
- is geretoucheerd
- zijn geretoucheerd
diversen
- retoucheer!
- retoucheert!
- geretoucheerd
- retoucherend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze