Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for nopen in Niederländisch

nopen:

nopen Verb (noop, noopt, noopte, noopten, genoopt)

  1. nopen
    noodzaken; nopen; door iets genoodzaakt worden

Konjugationen für nopen:

o.t.t.
  1. noop
  2. noopt
  3. noopt
  4. nopen
  5. nopen
  6. nopen
o.v.t.
  1. noopte
  2. noopte
  3. noopte
  4. noopten
  5. noopten
  6. noopten
v.t.t.
  1. ben genoopt
  2. bent genoopt
  3. is genoopt
  4. zijn genoopt
  5. zijn genoopt
  6. zijn genoopt
v.v.t.
  1. was genoopt
  2. was genoopt
  3. was genoopt
  4. waren genoopt
  5. waren genoopt
  6. waren genoopt
o.t.t.t.
  1. zal nopen
  2. zult nopen
  3. zal nopen
  4. zullen nopen
  5. zullen nopen
  6. zullen nopen
o.v.t.t.
  1. zou nopen
  2. zou nopen
  3. zou nopen
  4. zouden nopen
  5. zouden nopen
  6. zouden nopen
diversen
  1. noop!
  2. noopt!
  3. genoopt
  4. nopend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "nopen":


nop:

nop [de ~] Nomen

  1. de nop
    de nop; de spat; de stip; het spatje; het vlekje; het stipje; de stippel; het moesje; de vlek

nop Adjektiv

  1. nop
    noppes; nop

Verwandte Wörter für "nop":