"netheid": Synonyms in Niederländisch--Interglot

Remove Ads

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

netheid:
- netheid; properheid; keurigheid; ordelijkheid; onberispelijkheid; gepastheid; fatsoen; fatsoenlijkheid; eerbaarheid; kiesheid; opgeruimdheid; smetteloosheid
net:
- netwerk; net; televisiekanaal
- pas; juist; daarnet; net; zojuist; zonet; nog maar pas; precies; krek; accuraat; zorgvuldig; secuur; stipt; schoon; kuis; rein
- pas; net; nauwelijks; laatst; onlangs; zojuist; precies; exact; nauw

Niederländisch

Detailed Synonyms for netheid in Niederländisch

netheid:

netheid [de ~ (v)] Nomen

de netheid
de netheid; de properheid
- netheid [de ~ (v)] Nomen
- properheid [de ~ (v)] Nomen
de netheid
de netheid; de keurigheid; de ordelijkheid; de onberispelijkheid
- netheid [de ~ (v)] Nomen
- keurigheid [de ~ (v)] Nomen
- ordelijkheid [de ~ (v)] Nomen
- onberispelijkheid [de ~ (v)] Nomen
de netheid
de gepastheid; het fatsoen; de fatsoenlijkheid; de netheid; de eerbaarheid; de kiesheid; de keurigheid
- gepastheid [de ~ (v)] Nomen
- fatsoen [het ~] Nomen
- fatsoenlijkheid [de ~ (v)] Nomen
- netheid [de ~ (v)] Nomen
- eerbaarheid [de ~ (v)] Nomen
- kiesheid [de ~ (v)] Nomen
- keurigheid [de ~ (v)] Nomen
de netheid
de netheid; de ordelijkheid; de onberispelijkheid; de opgeruimdheid; smetteloosheid; de properheid; de keurigheid
- netheid [de ~ (v)] Nomen
- ordelijkheid [de ~ (v)] Nomen
- onberispelijkheid [de ~ (v)] Nomen
- opgeruimdheid [de ~ (v)] Nomen
- smetteloosheid [znw.] Nomen
- properheid [de ~ (v)] Nomen
- keurigheid [de ~ (v)] Nomen

net:

net [de ~ (m)] Nomen

de net
het netwerk; de net
- netwerk [het ~] Nomen
- net [de ~ (m)] Nomen
de net
het televisiekanaal; de net
- televisiekanaal [het ~] Nomen
- net [de ~ (m)] Nomen

net Adjektiv

net
pas; juist; daarnet; net; zojuist; zonet
- pas adv
- juist Adjektiv
- daarnet adv
- net Adjektiv
- zojuist adv
- zonet adv
net
nog maar pas; net
- nog maar pas Adjektiv
- net Adjektiv
net
precies; juist; krek; net
- precies Adjektiv
- juist Adjektiv
- krek adv
- net Adjektiv
net
accuraat; zorgvuldig; precies; secuur; stipt; net
- accuraat Adjektiv
- zorgvuldig Adjektiv
- precies Adjektiv
- secuur Adjektiv
- stipt Adjektiv
- net Adjektiv
net
schoon; kuis; rein; net
- schoon Adjektiv
- kuis Adjektiv
- rein Adjektiv
- net Adjektiv

net [het ~] Nomen

het net

– nog maar korte tijd (geleden) ¹
het pas; het net; nauwelijks; laatst; onlangs; zojuist
– nog maar korte tijd (geleden) ¹
- pas [het ~] Nomen
  - zij zijn pas getrouwd¹
- net [het ~] Nomen
  - hij is net in dienst bij die baas¹
- nauwelijks adv
  - ik was nauwelijks thuis toen de bel ging¹
- laatst Adjektiv
  - laatst kwam ik Willem tegen¹
- onlangs adv
  - ik heb hem onlangs nog gesproken¹
- zojuist adv
  - we hebben zojuist een auto gekocht¹
het net

– zonder afwijkingen naar boven of beneden ¹
precies; het net; exact; nauw
– zonder afwijkingen naar boven of beneden ¹
- precies Adjektiv
  - deze plank is precies twee meter¹
- net [het ~] Nomen
  - ik eet net zoveel als jij¹
- exact Adjektiv
  - het is nu exact tien uur¹
- nauw Adjektiv
  - hij neemt het niet zo nauw¹
het net

– aantal wegen of kanalen die elkaar kruisen ¹
het net
– aantal wegen of kanalen die elkaar kruisen ¹
- net [het ~] Nomen
  - er loopt een net van wegen door de polder¹
het net

– schoon en verzorgd ¹
het net
– schoon en verzorgd ¹
- net [het ~] Nomen
  - Joop is een nette jongen¹
het net

– televisiezender ¹
het net
– televisiezender ¹
- net [het ~] Nomen
  - op het eerste net is een mooie film¹
het net

– van garen geknoopt voorwerp met gaten ¹
het net
– van garen geknoopt voorwerp met gaten ¹
- net [het ~] Nomen
  - hij gebruikt een net om te vissen¹

Alternate Synonyms for "net":

amper; laatst; nauwelijks; onlangs; pas; zojuist; zoëven
exact; nauw; nauwkeurig; precies; stipt

Antonyme für "net":

al; reeds; slordig

Synonyms for "netheid" in Niederländisch

Detailed Synonyms for netheid in Niederländisch

netheid:

netheid [de ~ (v)] Nomen

de netheid

de netheid

de netheid

de netheid

Verwandte Wörter für "netheid":

net:

net [de ~ (m)] Nomen

de net

de net

net Adjektiv

net

net

net

net

net

net [het ~] Nomen

het net

het net

het net

het net

het net

het net

Verwandte Wörter für "net":

Alternate Synonyms for "net":

Antonyme für "net":

Verwandte Definitionen für "net":