Niederländisch
Detailed Synonyms for intrigeren in Niederländisch
intrigeren:
-
intrigeren
-
intrigeren
Konjugationen für intrigeren:
o.t.t.
- intrigeer
- intrigeert
- intrigeert
- intrigeren
- intrigeren
- intrigeren
o.v.t.
- intrigeerde
- intrigeerde
- intrigeerde
- intrigeerden
- intrigeerden
- intrigeerden
v.t.t.
- ben geïntrigeerd
- bent geïntrigeerd
- is geïntrigeerd
- zijn geïntrigeerd
- zijn geïntrigeerd
- zijn geïntrigeerd
v.v.t.
- was geïntrigeerd
- was geïntrigeerd
- was geïntrigeerd
- waren geïntrigeerd
- waren geïntrigeerd
- waren geïntrigeerd
o.t.t.t.
- zal intrigeren
- zult intrigeren
- zal intrigeren
- zullen intrigeren
- zullen intrigeren
- zullen intrigeren
o.v.t.t.
- zou intrigeren
- zou intrigeren
- zou intrigeren
- zouden intrigeren
- zouden intrigeren
- zouden intrigeren
en verder
- heb geïntigreerd
- hebt geïntigreerd
- heeft geïntigreerd
- hebben geïntigreerd
- hebben geïntigreerd
- hebben geïntigreerd
diversen
- intrigeer!
- intrigeert!
- geïntrigeerd
- intrigerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze