Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. interview:
  2. interviewen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for interview in Niederländisch

interview:

interview [het ~] Nomen

  1. het interview
    het interview; het vraaggesprek
  2. het interview
    – gesprek waarbij de één vragen stelt en de ander antwoordt 1
    het interview; het vraaggesprek
    – gesprek waarbij de één vragen stelt en de ander antwoordt 1
    • interview [het ~] Nomen
      • het interview werd door de radio uitgezonden1
    • vraaggesprek [het ~] Nomen
      • de journalist had een vraaggesprek met de minister1

Verwandte Wörter für "interview":


Alternate Synonyms for "interview":


Verwandte Definitionen für "interview":

  1. gesprek waarbij de één vragen stelt en de ander antwoordt1
    • het interview werd door de radio uitgezonden1

interviewen:

interviewen Verb (interview, interviewt, interviewde, interviewden, geïnterviewd)

  1. interviewen
    een interview houden; interviewen
    • een interview houden Verb (houd een interview, houdt een interview, hield een interview, hielden een interview, een interview gehouden)
    • interviewen Verb (interview, interviewt, interviewde, interviewden, geïnterviewd)

Konjugationen für interviewen:

o.t.t.
  1. interview
  2. interviewt
  3. interviewt
  4. interviewen
  5. interviewen
  6. interviewen
o.v.t.
  1. interviewde
  2. interviewde
  3. interviewde
  4. interviewden
  5. interviewden
  6. interviewden
v.t.t.
  1. heb geïnterviewd
  2. hebt geïnterviewd
  3. heeft geïnterviewd
  4. hebben geïnterviewd
  5. hebben geïnterviewd
  6. hebben geïnterviewd
v.v.t.
  1. had geïnterviewd
  2. had geïnterviewd
  3. had geïnterviewd
  4. hadden geïnterviewd
  5. hadden geïnterviewd
  6. hadden geïnterviewd
o.t.t.t.
  1. zal interviewen
  2. zult interviewen
  3. zal interviewen
  4. zullen interviewen
  5. zullen interviewen
  6. zullen interviewen
o.v.t.t.
  1. zou interviewen
  2. zou interviewen
  3. zou interviewen
  4. zouden interviewen
  5. zouden interviewen
  6. zouden interviewen
en verder
  1. ben geïnterviewd
  2. bent geïnterviewd
  3. is geïnterviewd
  4. zijn geïnterviewd
  5. zijn geïnterviewd
  6. zijn geïnterviewd
diversen
  1. interview!
  2. interviewt!
  3. geïnterviewd
  4. interviewend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "interviewen":


Related Synonyms for interview