Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. herleid:
  2. herleiden:


Niederländisch

Detailed Synonyms for herleid in Niederländisch

herleid:

herleid Adjektiv

  1. herleid
    herleid

Verwandte Wörter für "herleid":

  • herleide

herleiden:

herleiden Verb (herleid, herleidt, herleidde, herleidden, herleid)

  1. herleiden
    herleiden; terugvoeren
    • herleiden Verb (herleid, herleidt, herleidde, herleidden, herleid)
    • terugvoeren Verb (voer terug, voert terug, voerde terug, voerden terug, teruggevoerd)

Konjugationen für herleiden:

o.t.t.
  1. herleid
  2. herleidt
  3. herleidt
  4. herleiden
  5. herleiden
  6. herleiden
o.v.t.
  1. herleidde
  2. herleidde
  3. herleidde
  4. herleidden
  5. herleidden
  6. herleidden
v.t.t.
  1. heb herleid
  2. hebt herleid
  3. heeft herleid
  4. hebben herleid
  5. hebben herleid
  6. hebben herleid
v.v.t.
  1. had herleid
  2. had herleid
  3. had herleid
  4. hadden herleid
  5. hadden herleid
  6. hadden herleid
o.t.t.t.
  1. zal herleiden
  2. zult herleiden
  3. zal herleiden
  4. zullen herleiden
  5. zullen herleiden
  6. zullen herleiden
o.v.t.t.
  1. zou herleiden
  2. zou herleiden
  3. zou herleiden
  4. zouden herleiden
  5. zouden herleiden
  6. zouden herleiden
en verder
  1. is herleid
  2. zijn herleid
diversen
  1. herleid!
  2. herleidt!
  3. herleid
  4. herleidend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze