Niederländisch

Detailed Synonyms for getikt in Niederländisch

getikt:

getikt Adjektiv

  1. getikt
    mesjogge; krankjorum; getikt; kierewiet; maf; geschift; knots; hoorndol; mal
  2. getikt
    geschift; krankjorum; knettergek; kierewiet; knots; niet goed snik; hoorndol; getikt
  3. getikt
    – wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is 1
    de gek; de maf; getikt
    – wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is 1
    • gek [de ~ (m)] Nomen
      • in die inrichting zitten allemaal gekken1
    • maf [de ~ (m)] Nomen
      • deze leraar is een beetje maf1
    • getikt Adjektiv
      • doe niet zo getikt!1

Alternate Synonyms for "getikt":


Antonyme für "getikt":


Verwandte Definitionen für "getikt":

  1. wie erg raar doet, zijn verstand kwijt is1
    • doe niet zo getikt!1

getikt form of tikken:

tikken Verb (tik, tikt, tikte, tikten, getikt)

  1. tikken
    aantikken; kloppen; tikken; aankloppen
    • aantikken Verb (tik aan, tikt aan, tikte aan, tikten aan, aangetikt)
    • kloppen Verb (klop, klopt, klopte, klopten, geklopt)
    • tikken Verb (tik, tikt, tikte, tikten, getikt)
    • aankloppen Verb (klop aan, klopt aan, klopte aan, klopten aan, aangeklopt)
  2. tikken
    typen; machineschrijven; tikken
  3. tikken
    – een of meer zachte klappen geven 1
    tikken
    – een of meer zachte klappen geven 1
    • tikken Verb (tik, tikt, tikte, tikten, getikt)
      • ik tikte hem op de schouder1
  4. tikken
    – een brief of tekst machinaal op papier zetten 1
    tikken
    – een brief of tekst machinaal op papier zetten 1
    • tikken Verb (tik, tikt, tikte, tikten, getikt)
      • hij tikte de brief op de computer1

Konjugationen für tikken:

o.t.t.
  1. tik
  2. tikt
  3. tikt
  4. tikken
  5. tikken
  6. tikken
o.v.t.
  1. tikte
  2. tikte
  3. tikte
  4. tikten
  5. tikten
  6. tikten
v.t.t.
  1. heb getikt
  2. hebt getikt
  3. heeft getikt
  4. hebben getikt
  5. hebben getikt
  6. hebben getikt
v.v.t.
  1. had getikt
  2. had getikt
  3. had getikt
  4. hadden getikt
  5. hadden getikt
  6. hadden getikt
o.t.t.t.
  1. zal tikken
  2. zult tikken
  3. zal tikken
  4. zullen tikken
  5. zullen tikken
  6. zullen tikken
o.v.t.t.
  1. zou tikken
  2. zou tikken
  3. zou tikken
  4. zouden tikken
  5. zouden tikken
  6. zouden tikken
en verder
  1. ben getikt
  2. bent getikt
  3. is getikt
  4. zijn getikt
  5. zijn getikt
  6. zijn getikt
diversen
  1. tik!
  2. tikt!
  3. getikt
  4. tikkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

tikken [de ~] Nomen, Plural

  1. de tikken
    de tikken

Verwandte Wörter für "tikken":


Alternate Synonyms for "tikken":


Verwandte Definitionen für "tikken":

  1. een of meer zachte klappen geven1
    • ik tikte hem op de schouder1
  2. een brief of tekst machinaal op papier zetten1
    • hij tikte de brief op de computer1