Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. binnenblijven:


Niederländisch

Detailed Synonyms for binnenblijven in Niederländisch

binnenblijven:

binnenblijven Verb (blijf binnen, blijft binnen, bleef binnen, bleven binnen, binnengebleven)

  1. binnenblijven
    binnenblijven
    • binnenblijven Verb (blijf binnen, blijft binnen, bleef binnen, bleven binnen, binnengebleven)

Konjugationen für binnenblijven:

o.t.t.
  1. blijf binnen
  2. blijft binnen
  3. blijft binnen
  4. blijven binnen
  5. blijven binnen
  6. blijven binnen
o.v.t.
  1. bleef binnen
  2. bleef binnen
  3. bleef binnen
  4. bleven binnen
  5. bleven binnen
  6. bleven binnen
v.t.t.
  1. ben binnengebleven
  2. bent binnengebleven
  3. is binnengebleven
  4. zijn binnengebleven
  5. zijn binnengebleven
  6. zijn binnengebleven
v.v.t.
  1. was binnengebleven
  2. was binnengebleven
  3. was binnengebleven
  4. waren binnengebleven
  5. waren binnengebleven
  6. waren binnengebleven
o.t.t.t.
  1. zal binnenblijven
  2. zult binnenblijven
  3. zal binnenblijven
  4. zullen binnenblijven
  5. zullen binnenblijven
  6. zullen binnenblijven
o.v.t.t.
  1. zou binnenblijven
  2. zou binnenblijven
  3. zou binnenblijven
  4. zouden binnenblijven
  5. zouden binnenblijven
  6. zouden binnenblijven
diversen
  1. blijf binnen!
  2. blijft binnen!
  3. binnengebleven
  4. binnenblijvend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze