Übersicht
Niederländisch
Detailed Synonyms for bedaard in Niederländisch
bedaard:
-
bedaard
-
bedaard
rustig; gelijkmoedig; bedaard; kalm-
rustig Adjektiv
-
gelijkmoedig Adjektiv
-
bedaard Adjektiv
-
kalm Adjektiv
-
-
bedaard
-
bedaard
Verwandte Wörter für "bedaard":
bedaren:
-
bedaren
-
bedaren
Konjugationen für bedaren:
o.t.t.
- bedaar
- bedaart
- bedaart
- bedaren
- bedaren
- bedaren
o.v.t.
- bedaarde
- bedaarde
- bedaarde
- bedaarden
- bedaarden
- bedaarden
v.t.t.
- ben bedaard
- bent bedaard
- is bedaard
- zijn bedaard
- zijn bedaard
- zijn bedaard
v.v.t.
- was bedaard
- was bedaard
- was bedaard
- waren bedaard
- waren bedaard
- waren bedaard
o.t.t.t.
- zal bedaren
- zult bedaren
- zal bedaren
- zullen bedaren
- zullen bedaren
- zullen bedaren
o.v.t.t.
- zou bedaren
- zou bedaren
- zou bedaren
- zouden bedaren
- zouden bedaren
- zouden bedaren
diversen
- bedaar!
- bedaart!
- bedaard
- bedarende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze