"aanvulling": Synonyms in Niederländisch--Interglot

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

aanvulling:
- toevoeging; appendix; aanvulling; addendum; aanhangsel; supplement; bijvoegsel; toevoegsel; suppletie; bijlage; toelichting; meezending; additie; uitbreiding; expansie; groei; toename; vergroting; uitzetting

Niederländisch

Detailed Synonyms for aanvulling in Niederländisch

de aanvulling
de toevoeging; de appendix; de aanvulling; het addendum; het aanhangsel; het supplement; het bijvoegsel; het toevoegsel
- toevoeging [de ~ (v)] Nomen
- appendix [de ~] Nomen
- aanvulling [de ~ (v)] Nomen
- addendum [het ~] Nomen
- aanhangsel [het ~] Nomen
- supplement [het ~] Nomen
- bijvoegsel [het ~] Nomen
- toevoegsel [het ~] Nomen
de aanvulling
de aanvulling; het supplement; de suppletie
- aanvulling [de ~ (v)] Nomen
- supplement [het ~] Nomen
- suppletie [de ~ (v)] Nomen
de aanvulling
de bijlage; de aanvulling; de toelichting; meezending; de additie
- bijlage [de ~] Nomen
- aanvulling [de ~ (v)] Nomen
- toelichting [de ~ (v)] Nomen
- meezending [znw.] Nomen
- additie [de ~ (v)] Nomen
de aanvulling
de uitbreiding; de expansie; de groei; de toename; de aanvulling; de vergroting; de uitzetting
- uitbreiding [de ~ (v)] Nomen
- expansie [de ~ (v)] Nomen
- groei [de ~ (m)] Nomen
- toename [de ~ (m)] Nomen
- aanvulling [de ~ (v)] Nomen
- vergroting [de ~ (v)] Nomen
- uitzetting [de ~ (v)] Nomen
de aanvulling
de aanvulling
- aanvulling [de ~ (v)] Nomen