Niederländisch
Detailed Synonyms for kapot in Niederländisch
kapot:
-
kapot
kapot; gebroken; defect; stuk; onklaar; aan stukken; in stukken-
kapot Adjektiv
-
gebroken Adjektiv
-
defect Adjektiv
-
stuk Adjektiv
-
onklaar Adjektiv
-
aan stukken Adjektiv
-
in stukken Adjektiv
-
-
kapot
beschadigd; kapot; gebarsten; stuk-
beschadigd Adjektiv
-
kapot Adjektiv
-
gebarsten Adjektiv
-
stuk Adjektiv
-
-
kapot
gebroken; geruineerd; kapot; naar de knoppen; stuk; aan stukken-
gebroken Adjektiv
-
geruineerd Adjektiv
-
kapot Adjektiv
-
naar de knoppen Adjektiv
-
stuk Adjektiv
-
aan stukken Adjektiv
-
-
kapot
kapot; aan scherven; stuk; gebroken-
kapot Adjektiv
-
aan scherven Adjektiv
-
stuk Adjektiv
-
gebroken Adjektiv
-
-
kapot
– niet meer heel, niet meer werkend 1