Niederländisch
Detailübersetzungen für zuig weg (Niederländisch) ins Französisch
wegzuigen:
-
wegzuigen (afzuigen; opzuigen)
attiter; drainer; aspirer-
attiter Verb
-
drainer Verb (draine, draines, drainons, drainez, drainent, drainais, drainait, drainions, drainiez, drainaient, drainai, drainas, draina, drainâmes, drainâtes, drainèrent, drainerai, draineras, drainera, drainerons, drainerez, draineront)
-
aspirer Verb (aspire, aspires, aspirons, aspirez, aspirent, aspirais, aspirait, aspirions, aspiriez, aspiraient, aspirai, aspiras, aspira, aspirâmes, aspirâtes, aspirèrent, aspirerai, aspireras, aspirera, aspirerons, aspirerez, aspireront)
-
Konjugationen für wegzuigen:
o.t.t.
- zuig weg
- zuigt weg
- zuigt weg
- zuigen weg
- zuigen weg
- zuigen weg
o.v.t.
- zoog weg
- zoog weg
- zoog weg
- zogen weg
- zogen weg
- zogen weg
v.t.t.
- heb weggezogen
- hebt weggezogen
- heeft weggezogen
- hebben weggezogen
- hebben weggezogen
- hebben weggezogen
v.v.t.
- had weggezogen
- had weggezogen
- had weggezogen
- hadden weggezogen
- hadden weggezogen
- hadden weggezogen
o.t.t.t.
- zal wegzuigen
- zult wegzuigen
- zal wegzuigen
- zullen wegzuigen
- zullen wegzuigen
- zullen wegzuigen
o.v.t.t.
- zou wegzuigen
- zou wegzuigen
- zou wegzuigen
- zouden wegzuigen
- zouden wegzuigen
- zouden wegzuigen
diversen
- zuig weg!
- zuigt weg!
- weggezogen
- wegzuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für wegzuigen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
aspirer | afzuigen; opzuigen; wegzuigen | absorberen; bedoelen; beogen; een snuif nemen; hopen; iets ophalen; insnuiven; opnemen; opslorpen; opslurpen; opsnuiven; snuiven; spinzen; ten doel hebben; van hoop vervuld zijn; verlangen |
attiter | afzuigen; opzuigen; wegzuigen | |
drainer | afzuigen; opzuigen; wegzuigen | afwateren |