Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
anarchie
|
wanorde; wanordelijkheid; zooitje
|
anarchie; ordeloosheid
|
bordel
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
|
beestenboel; bende; bocht; bordeel; doolhof; gein; hoerenkast; huis met prostituées; jolijt; keet; knoeiboel; labyrint; leut; lol; lusthuis; plezier; pret; puinhoop; puinzooi; rommel; rotzooi; smerig spul; soepzootje; troep; warboel; warhoop; warnet; warwinkel; zooi; zootje
|
chaos
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje
|
doolhof; knoeiboel; labyrint; rommel; troep; warboel; warhoop; warnet; warwinkel; zootje
|
chienlit
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
|
verkleding; vermomming
|
confusion
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
|
beduusdheid; beschaamdheid; doolhof; labyrint; ontreddering; ontsteldheid; oproer; opstand; opstootje; rel; schaamte; schaamtegevoel; verbijstering; verbouwereerdheid; verwardheid; verwarring; volksoproer; vuistgevecht; warboel; warnet
|
désordre
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje
|
anarchie; bende; doolhof; fraude; knoeiboel; labyrint; malversatie; onenigheid; ongeregeldheid; onmin; onregelmatigheden; ontvreemding; onvrede; opstootje; ordeloosheid; ordeverstoring; puinhoop; puinzooi; rel; rommel; rotzooi; soepzootje; stoornis; troep; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; verstoring; warboel; warhoop; warnet; warwinkel; zooi; zootje; zwendel
|
embrouillage
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
|
|
négligence
|
slordigheid; wanordelijkheid
|
achteloosheid; drab; morsigheid; nalatigheid; nonchalance; onachtzaamheid; slonzigheid; smeerlapperij; smerigheid; verzaking; verzuim; viespeukerij; viezigheid; vuil; vuilheid; vuiligheid; zwijnenboel
|
pagaille
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zooitje; zootje
|
bende; broddelwerk; doolhof; drukte; gedoe; geflikflooi; geklodder; gemekker; gerotzooi; gezanik; gezeur; kladwerk; knoeiboel; knoeiwerk; knutselwerk; labyrint; omhaal; prutswerk; puinhoop; puinzooi; rommel; rommelig gedoe; rommelzooi; rotzooi; soepzootje; troep; warboel; warhoop; warnet; warwinkel; zooi; zootje
|
pagaïe
|
chaos; heksenketel; keet; puinhoop; regelloosheid; wanorde; wanordelijkheid; zootje
|
bocht; rotzooi; smerig spul; troep
|
trouble
|
wanorde; wanordelijkheid; zooitje
|
ontsteldheid; oproer; opstand; opstootje; rel; verbijstering; verbouwereerdheid; volksoproer; vuistgevecht
|
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
trouble
|
|
baggerig; drabbig; drassig; modderig; niet duidelijk; niet helder; onduidelijk; onhelder; onklaar; onzuiver; pruttig; slibachtig; slibberig; slijkerig; troebel; troebelachtig; vaag
|