Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vergoddelijken:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vergoddelijken (Niederländisch) ins Französisch

vergoddelijken:

vergoddelijken Verb (vergoddelijk, vergoddelijkt, vergoddelijkte, vergoddelijkten, vergoddelijkt)

  1. vergoddelijken
    idolâtrer; adorer; diviniser; déifier
    • idolâtrer Verb (idolâtre, idolâtres, idolâtrons, idolâtrez, )
    • adorer Verb (adore, adores, adorons, adorez, )
    • diviniser Verb (divinise, divinises, divinisons, divinisez, )
    • déifier Verb (déifie, déifies, déifions, déifiez, )

Konjugationen für vergoddelijken:

o.t.t.
  1. vergoddelijk
  2. vergoddelijkt
  3. vergoddelijkt
  4. vergoddelijken
  5. vergoddelijken
  6. vergoddelijken
o.v.t.
  1. vergoddelijkte
  2. vergoddelijkte
  3. vergoddelijkte
  4. vergoddelijkten
  5. vergoddelijkten
  6. vergoddelijkten
v.t.t.
  1. heb vergoddelijkt
  2. hebt vergoddelijkt
  3. heeft vergoddelijkt
  4. hebben vergoddelijkt
  5. hebben vergoddelijkt
  6. hebben vergoddelijkt
v.v.t.
  1. had vergoddelijkt
  2. had vergoddelijkt
  3. had vergoddelijkt
  4. hadden vergoddelijkt
  5. hadden vergoddelijkt
  6. hadden vergoddelijkt
o.t.t.t.
  1. zal vergoddelijken
  2. zult vergoddelijken
  3. zal vergoddelijken
  4. zullen vergoddelijken
  5. zullen vergoddelijken
  6. zullen vergoddelijken
o.v.t.t.
  1. zou vergoddelijken
  2. zou vergoddelijken
  3. zou vergoddelijken
  4. zouden vergoddelijken
  5. zouden vergoddelijken
  6. zouden vergoddelijken
diversen
  1. vergoddelijk!
  2. vergoddelijkt!
  3. vergoddelijkt
  4. vergoddelijkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für vergoddelijken:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
adorer vergoddelijken aanbidden; adoreren; beminnen; bidden tot; dwepen; houden van; liefhebben; met een roze bril bezien; romantiseren; verafgoden; verheerlijken
diviniser vergoddelijken
déifier vergoddelijken
idolâtrer vergoddelijken aanbidden; adoreren; bidden tot; met een roze bril bezien; romantiseren; verafgoden; verheerlijken