Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->übersetze uitspringend

übersetze uitspringend von Niederländische ins Französisch

Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. uitspringend:
  2. uitspringen:

Niederländisch

Detailübersetzungen für uitspringend (Niederländisch) ins Französisch

uitspringend:

uitspringend Adjektiv

  1. uitspringend (vooruitspringend; vooruitstekend; naar voren staand)
    proéminent; protubérant; avancé

Übersetzung Matrix für uitspringend:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
avancé naar voren staand; uitspringend; vooruitspringend; vooruitstekend allernieuwste; geavanceerd; geavanceerde; gevorderd; laatste; progressief; vergevorderd; vooruitstrevend
protubérant naar voren staand; uitspringend; vooruitspringend; vooruitstekend
proéminent naar voren staand; uitspringend; vooruitspringend; vooruitstekend

uitspringend form of uitspringen:

uitspringen Verb (spring uit, springt uit, sprong uit, sprongen uit, uitgesprongen)

  1. uitspringen (opvallen; uitsteken; eruit springen; afsteken; in het oog lopen)
    étaler; contraster; se faire valoir; se pavaner
    • étaler Verb (étale, étales, étalons, étalez, )
    • contraster Verb (contraste, contrastes, contrastons, contrastez, )
    • se pavaner Verb

Konjugationen für uitspringen:

o.t.t.
  1. spring uit
  2. springt uit
  3. springt uit
  4. springen uit
  5. springen uit
  6. springen uit
o.v.t.
  1. sprong uit
  2. sprong uit
  3. sprong uit
  4. sprongen uit
  5. sprongen uit
  6. sprongen uit
v.t.t.
  1. heb uitgesprongen
  2. hebt uitgesprongen
  3. heeft uitgesprongen
  4. hebben uitgesprongen
  5. hebben uitgesprongen
  6. hebben uitgesprongen
v.v.t.
  1. had uitgesprongen
  2. had uitgesprongen
  3. had uitgesprongen
  4. hadden uitgesprongen
  5. hadden uitgesprongen
  6. hadden uitgesprongen
o.t.t.t.
  1. zal uitspringen
  2. zult uitspringen
  3. zal uitspringen
  4. zullen uitspringen
  5. zullen uitspringen
  6. zullen uitspringen
o.v.t.t.
  1. zou uitspringen
  2. zou uitspringen
  3. zou uitspringen
  4. zouden uitspringen
  5. zouden uitspringen
  6. zouden uitspringen
en verder
  1. ben uitgesprongen
  2. bent uitgesprongen
  3. is uitgesprongen
  4. zijn uitgesprongen
  5. zijn uitgesprongen
  6. zijn uitgesprongen
diversen
  1. spring uit!
  2. springt uit!
  5. uitgesprongen
  6. uitspringend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für uitspringen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
contraster afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken afsteken; aftekenen; afvaren; contrasteren; wegvaren
se faire valoir afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken zich doen gelden
se pavaner afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken geuren; pralen; pronken; te kijk lopen met
étaler afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; uitspringen; uitsteken etaleren; exposeren; geuren; klaar leggen; ontvouwen; openspreiden; openvouwen; pralen; pronken; rondstrooien; te kijk lopen met; tentoonspreiden; tentoonstellen; tonen; uitdijen; uitklappen; uitslaan; uitsmeren; uitspreiden; uitstallen; uitvouwen; uitzaaien; uitzenden; uitzwellen; verbreiden; verbreider; verdeler; verspreiden; verstrooien; vertonen; voor ogen brengen

Computerübersetzung von Drittern:






Kostenfreie, schnelle Übersetzungen

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Seite gezeigt in 0.0321 Sekunden
Seite aufgebaut in 1.0 Sekunden