Übersicht
Niederländisch nach Französisch: mehr Daten
- temmen:
-
Wiktionary:
- temmen → apprivoiser, apaiser
- temmen → apaiser, pacifier, apprivoiser, domestiquer, dompter
Niederländisch
Detailübersetzungen für temmen (Niederländisch) ins Französisch
temmen:
-
temmen
dresser; dompter-
dresser Verb (dresse, dresses, dressons, dressez, dressent, dressais, dressait, dressions, dressiez, dressaient, dressai, dressas, dressa, dressâmes, dressâtes, dressèrent, dresserai, dresseras, dressera, dresserons, dresserez, dresseront)
-
dompter Verb (dompte, domptes, domptons, domptez, domptent, domptais, domptait, domptions, domptiez, domptaient, domptai, domptas, dompta, domptâmes, domptâtes, domptèrent, dompterai, dompteras, domptera, dompterons, dompterez, dompteront)
-
Konjugationen für temmen:
o.t.t.
- tem
- temt
- temt
- temmen
- temmen
- temmen
o.v.t.
- temde
- temde
- temde
- temden
- temden
- temden
v.t.t.
- heb getemd
- hebt getemd
- heeft getemd
- hebben getemd
- hebben getemd
- hebben getemd
v.v.t.
- had getemd
- had getemd
- had getemd
- hadden getemd
- hadden getemd
- hadden getemd
o.t.t.t.
- zal temmen
- zult temmen
- zal temmen
- zullen temmen
- zullen temmen
- zullen temmen
o.v.t.t.
- zou temmen
- zou temmen
- zou temmen
- zouden temmen
- zouden temmen
- zouden temmen
en verder
- ben getemd
- bent getemd
- is getemd
- zijn getemd
- zijn getemd
- zijn getemd
diversen
- tem!
- temt!
- getemd
- temmend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für temmen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
dompter | temmen | africhten; bedaren; bedwingen; beheersen; beteugelen; dier africhten; dresseren; in bedwang houden; intomen; matigen; onder gezag brengen; onderdrukken; onderwerpen; overmannen; overmeesteren; overweldigen; terughouden; trainen; zich meester maken van |
dresser | temmen | aanbrengen; aanleggen; arrangeren; bouwen; construeren; funderen; gaan staan; gronden; grondvesten; hoger worden; iets op touw zetten; installeren; instellen; invoeren; monteren en aansluiten; omhoogbrengen; omhoogkomen; oprichten; opstaan; opstijgen; optrekken; opvliegen; overeindzetten; plaatsen; rechtop zetten; regelen; stichten; verheffen |
Wiktionary Übersetzungen für temmen:
temmen
Cross Translation:
verb
temmen
-
tam maken
- temmen → apprivoiser
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• temmen | → apaiser; pacifier | ↔ besänftigen — durch Zureden bewirken, dass jemandes innere Erregung langsam nachlassen und abklingen |
• temmen | → apprivoiser; domestiquer; dompter | ↔ tame — to make something tame |