Niederländisch
Detailübersetzungen für prolongeren (Niederländisch) ins Französisch
prolongeren:
-
prolongeren (duur verlengen; verlengen)
prolonger-
prolonger Verb (prolonge, prolonges, prolongeons, prolongez, prolongent, prolongeais, prolongeait, prolongions, prolongiez, prolongeaient, prolongeai, prolongeas, prolongea, prolongeâmes, prolongeâtes, prolongèrent, prolongerai, prolongeras, prolongera, prolongerons, prolongerez, prolongeront)
-
-
prolongeren (voortzetten; continueren; doorgaan; verdergaan; vervolgen)
continuer; poursuivre; prolonger-
continuer Verb (continue, continues, continuons, continuez, continuent, continuais, continuait, continuions, continuiez, continuaient, continuai, continuas, continua, continuâmes, continuâtes, continuèrent, continuerai, continueras, continuera, continuerons, continuerez, continueront)
-
poursuivre Verb (poursuis, poursuit, poursuivons, poursuivez, poursuivent, poursuivais, poursuivait, poursuivions, poursuiviez, poursuivaient, poursuivis, poursuivit, poursuivîmes, poursuivîtes, poursuivirent, poursuivrai, poursuivras, poursuivra, poursuivrons, poursuivrez, poursuivront)
-
prolonger Verb (prolonge, prolonges, prolongeons, prolongez, prolongent, prolongeais, prolongeait, prolongions, prolongiez, prolongeaient, prolongeai, prolongeas, prolongea, prolongeâmes, prolongeâtes, prolongèrent, prolongerai, prolongeras, prolongera, prolongerons, prolongerez, prolongeront)
-
Konjugationen für prolongeren:
o.t.t.
- prolongeer
- prolongeert
- prolongeert
- prolongeren
- prolongeren
- prolongeren
o.v.t.
- prolongeerde
- prolongeerde
- prolongeerde
- prolongeerden
- prolongeerden
- prolongeerden
v.t.t.
- heb geprolongeerd
- hebt geprolongeerd
- heeft geprolongeerd
- hebben geprolongeerd
- hebben geprolongeerd
- hebben geprolongeerd
v.v.t.
- had geprolongeerd
- had geprolongeerd
- had geprolongeerd
- hadden geprolongeerd
- hadden geprolongeerd
- hadden geprolongeerd
o.t.t.t.
- zal prolongeren
- zult prolongeren
- zal prolongeren
- zullen prolongeren
- zullen prolongeren
- zullen prolongeren
o.v.t.t.
- zou prolongeren
- zou prolongeren
- zou prolongeren
- zouden prolongeren
- zouden prolongeren
- zouden prolongeren
en verder
- is geprolongeerd
- zijn geprolongeerd
diversen
- prolongeer!
- prolongeert!
- geprolongeerd
- prolongerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für prolongeren:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
continuer | continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten | aanhouden; avanceren; continueren; daarnaast doen; doorgaan; doorlopen; doorstaan; doorzetten; dragen; dulden; een stapje verder gaan; harden; standhouden; uithouden; uitzingen; verder doen; verder lopen; verdergaan; verdragen; verduren; vervolgen; volharden; volhouden; voortbestaan; voortduren; voortgaan; voortzetten |
poursuivre | continueren; doorgaan; prolongeren; verdergaan; vervolgen; voortzetten | achternagaan; achternalopen; avanceren; azen; bedoelen; beogen; berechten; daarnaast doen; doorlopen; doorrijden; doorwerken; een stapje verder gaan; komen na; nalopen; navolgen; prooizoeken; ten doel hebben; verder doen; verder lopen; verdergaan; vervolgen; volgen; voortgaan |
prolonger | continueren; doorgaan; duur verlengen; prolongeren; verdergaan; verlengen; vervolgen; voortzetten | uitrekken; verlengen |