Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. opsnuiven:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opsnuiven (Niederländisch) ins Französisch

opsnuiven:

opsnuiven Verb (snuif op, snuift op, snoof op, snoven op, opgesnoven)

  1. opsnuiven (een snuif nemen; snuiven; insnuiven)
    aspirer; renifler; fumer par les poumons; respirer; inhaler
    • aspirer Verb (aspire, aspires, aspirons, aspirez, )
    • renifler Verb (renifle, renifles, reniflons, reniflez, )
    • respirer Verb (respire, respires, respirons, respirez, )
    • inhaler Verb (inhale, inhales, inhalons, inhalez, )

Konjugationen für opsnuiven:

o.t.t.
  1. snuif op
  2. snuift op
  3. snuift op
  4. snuiven op
  5. snuiven op
  6. snuiven op
o.v.t.
  1. snoof op
  2. snoof op
  3. snoof op
  4. snoven op
  5. snoven op
  6. snoven op
v.t.t.
  1. heb opgesnoven
  2. hebt opgesnoven
  3. heeft opgesnoven
  4. hebben opgesnoven
  5. hebben opgesnoven
  6. hebben opgesnoven
v.v.t.
  1. had opgesnoven
  2. had opgesnoven
  3. had opgesnoven
  4. hadden opgesnoven
  5. hadden opgesnoven
  6. hadden opgesnoven
o.t.t.t.
  1. zal opsnuiven
  2. zult opsnuiven
  3. zal opsnuiven
  4. zullen opsnuiven
  5. zullen opsnuiven
  6. zullen opsnuiven
o.v.t.t.
  1. zou opsnuiven
  2. zou opsnuiven
  3. zou opsnuiven
  4. zouden opsnuiven
  5. zouden opsnuiven
  6. zouden opsnuiven
en verder
  1. is opgesnoven
  2. zijn opgesnoven
diversen
  1. snuif op!
  2. snuift op!
  3. opgesnoven
  4. opsnuivend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

opsnuiven [znw.] Nomen

  1. opsnuiven
    le reniflement

Übersetzung Matrix für opsnuiven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
reniflement opsnuiven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aspirer een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven absorberen; afzuigen; bedoelen; beogen; hopen; iets ophalen; opnemen; opslorpen; opslurpen; opzuigen; spinzen; ten doel hebben; van hoop vervuld zijn; verlangen; wegzuigen
fumer par les poumons een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven iets ophalen; inhaleren; over de longen roken
inhaler een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven ademen; ademhalen; iets ophalen; inademen; inhaleren; over de longen roken
renifler een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven besniffelen; besnuffelen; een loopneus hebben; hinniken; iets ophalen; inzuigen; naar binnen zuigen; naspeuring doen; neus ophalen; paardegeluid maken; rechercheren; sniffelen; snuffelen; snuffen; snuiven; speuren
respirer een snuif nemen; insnuiven; opsnuiven; snuiven ademen; ademhalen; bekomen; herademen; iets ophalen; inademen; inhaleren; op zijn verhaal komen; opgelucht ademhalen; verademen