Niederländisch
Detailübersetzungen für opdoemen (Niederländisch) ins Französisch
opdoemen:
-
opdoemen (verrijzen)
emerger; surgir; apparaître-
emerger Verb
-
surgir Verb (surgis, surgit, surgissons, surgissez, surgissent, surgissais, surgissait, surgissions, surgissiez, surgissaient, surgîmes, surgîtes, surgirent, surgirai, surgiras, surgira, surgirons, surgirez, surgiront)
-
apparaître Verb (apparais, apparaît, apparaissons, apparaissez, apparaissent, apparaissais, apparaissait, apparaissions, apparaissiez, apparaissaient, apparus, apparut, apparûmes, apparûtes, apparurent, apparaîtrai, apparaîtras, apparaîtra, apparaîtrons, apparaîtrez, apparaîtront)
-
Konjugationen für opdoemen:
o.t.t.
- doem op
- doemt op
- doemt op
- doemen op
- doemen op
- doemen op
o.v.t.
- doemde op
- doemde op
- doemde op
- doemden op
- doemden op
- doemden op
v.t.t.
- ben opgedoemd
- bent opgedoemd
- is opgedoemd
- zijn opgedoemd
- zijn opgedoemd
- zijn opgedoemd
v.v.t.
- was opgedoemd
- was opgedoemd
- was opgedoemd
- waren opgedoemd
- waren opgedoemd
- waren opgedoemd
o.t.t.t.
- zal opdoemen
- zult opdoemen
- zal opdoemen
- zullen opdoemen
- zullen opdoemen
- zullen opdoemen
o.v.t.t.
- zou opdoemen
- zou opdoemen
- zou opdoemen
- zouden opdoemen
- zouden opdoemen
- zouden opdoemen
diversen
- doem op!
- doemt op!
- opgedoemd
- opdoemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für opdoemen:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
apparaître | doen voorkomen; schijnen | |
surgir | opwellen | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
apparaître | opdoemen; verrijzen | aan het licht komen; er uitzien; eruit zien; lijken; ogen; ontdekt worden; opdagen; opduiken; opkomen; schijnen; tevoorschijn komen; toeschijnen; uitkomen; uitkomen van geheim; verschijnen; voor de dag komen; voordoen |
emerger | opdoemen; verrijzen | |
surgir | opdoemen; verrijzen | gaan staan; omhoog schieten; omhoogrijzen; opdagen; opduiken; opkomen; oprijzen; opschieten; opstaan; rijzen; uit de grond schieten; verschijnen |