Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. ontnieten:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ontnieten (Niederländisch) ins Französisch

ontnieten:

ontnieten Verb (ontniet, ontniette, ontnietten, ontniet)

  1. ontnieten
    dégrafer
    • dégrafer Verb (dégrafe, dégrafes, dégrafons, dégrafez, )

Konjugationen für ontnieten:

o.t.t.
  1. ontniet
  2. ontniet
  3. ontniet
  4. ontnieten
  5. ontnieten
  6. ontnieten
o.v.t.
  1. ontniette
  2. ontniette
  3. ontniette
  4. ontnietten
  5. ontnietten
  6. ontnietten
v.t.t.
  1. heb ontniet
  2. hebt ontniet
  3. heeft ontniet
  4. hebben ontniet
  5. hebben ontniet
  6. hebben ontniet
v.v.t.
  1. had ontniet
  2. had ontniet
  3. had ontniet
  4. hadden ontniet
  5. hadden ontniet
  6. hadden ontniet
o.t.t.t.
  1. zal ontnieten
  2. zult ontnieten
  3. zal ontnieten
  4. zullen ontnieten
  5. zullen ontnieten
  6. zullen ontnieten
o.v.t.t.
  1. zou ontnieten
  2. zou ontnieten
  3. zou ontnieten
  4. zouden ontnieten
  5. zouden ontnieten
  6. zouden ontnieten
en verder
  1. is ontniet
  2. zijn ontniet
diversen
  1. ontniet!
  2. ontniet!
  3. ontniet
  4. ontnietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

ontnieten [znw.] Nomen

  1. ontnieten

Übersetzung Matrix für ontnieten:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fait de dégrafer ontnieten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dégrafer ontnieten afhaken; afvallen; afzeggen; afzien van; eruitstappen; loskrijgen; losmaken; lostornen; opgeven; ophouden; stoppen; tornen; uithalen; uittrekken