| Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
|
embarras
|
obstructie; verstopping in het lichaam
|
bedeesdheid; beschaamdheid; drukte; ergernis; gedoe; gegeneerdheid; geslotenheid; gêne; hinder; moeilijkheden; moeilijkheid; narigheid; omhaal; ongemak; ongerief; overlast; penarie; probleem; problemen; rompslomp; schaamte; schaamtegevoel; schroom; schuwheid; sores; timiditeit; veel gedoe; verlegenheid; zorgen
|
|
empêchement
|
belemmering; obstructie; verhindering; verstopping in het lichaam
|
afhouden; belemmering; beletsel; beletten; bemoeilijking; blijven steken; haperen; hinder; hindernis; klip; obstakel; weerhouden
|
|
entrave
|
belemmering; obstructie; verhindering; verstopping in het lichaam
|
aaneengeschakelde ringen om iemand mee vast te binden; belemmeren; belemmering; beletsel; bemoeilijking; beperken; boei; hinder; hindernis; hinderpaal; keten; ketting; klip; kluister; obstakel; struikelblok; voetboei
|
|
gêne
|
obstructie; verstopping in het lichaam
|
bedeesdheid; belemmering; beletsel; ergernis; gegeneerdheid; geslotenheid; gêne; hinder; hindernis; klip; obstakel; ongemak; ongerief; overlast; schroom; schuwheid; storing; timiditeit; verlegenheid
|
|
obstacle
|
belemmering; obstructie; verhindering
|
barrageopstakels; belemmering; beletsel; bemoeilijking; hapering; hinder; hindernis; hinderpaal; kink in de kabel; klip; obstakel; struikelblok; verhinderd zijn; verhindering
|
|
obstruction
|
belemmering; obstructie; verhindering; verstopping in het lichaam
|
barrageopstakels; belemmeren; belemmering; beletsel; bemoeilijking; beperken; filevorming; hinder; hindernis; klip; obstakel; opstopping; stagnatie; stilstand; stremming; vastlopen; verstopping
|