Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. neerbuigen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für neerbuigen (Niederländisch) ins Französisch

neerbuigen:

neerbuigen Verb (buig neer, buigt neer, boog neer, bogen neer, neergebogen)

  1. neerbuigen

Konjugationen für neerbuigen:

o.t.t.
  1. buig neer
  2. buigt neer
  3. buigt neer
  4. buigen neer
  5. buigen neer
  6. buigen neer
o.v.t.
  1. boog neer
  2. boog neer
  3. boog neer
  4. bogen neer
  5. bogen neer
  6. bogen neer
v.t.t.
  1. ben neergebogen
  2. bent neergebogen
  3. is neergebogen
  4. zijn neergebogen
  5. zijn neergebogen
  6. zijn neergebogen
v.v.t.
  1. was neergebogen
  2. was neergebogen
  3. was neergebogen
  4. waren neergebogen
  5. waren neergebogen
  6. waren neergebogen
o.t.t.t.
  1. zal neerbuigen
  2. zult neerbuigen
  3. zal neerbuigen
  4. zullen neerbuigen
  5. zullen neerbuigen
  6. zullen neerbuigen
o.v.t.t.
  1. zou neerbuigen
  2. zou neerbuigen
  3. zou neerbuigen
  4. zouden neerbuigen
  5. zouden neerbuigen
  6. zouden neerbuigen
diversen
  1. buig neer!
  2. buigt neer!
  3. neergebogen
  4. neerbuigend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für neerbuigen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
s'incliner neerbuigen buigen; eerbied tonen; hellen; krom buigen; krommen; neigen; nijgen; overhellen; overhellen tot een denkwijze; tenderen naar; uitwringen; voorover buigen; voorover hellen; welven; wringen