Niederländisch
Detailübersetzungen für moedeloos maken (Niederländisch) ins Französisch
moedeloos maken:
moedeloos maken Verb (maak moedeloos, maakt moedeloos, maakte moedeloos, maakten moedeloos, moedeloos gemaakt)
-
moedeloos maken
décourager; lasser; désespérer; déprimer-
décourager Verb (décourage, décourages, décourageons, découragez, découragent, décourageais, décourageait, découragions, découragiez, décourageaient, décourageai, décourageas, découragea, décourageâmes, décourageâtes, découragèrent, découragerai, décourageras, découragera, découragerons, découragerez, décourageront)
-
lasser Verb (lasse, lasses, lassons, lassez, lassent, lassais, lassait, lassions, lassiez, lassaient, lassai, lassas, lassa, lassâmes, lassâtes, lassèrent, lasserai, lasseras, lassera, lasserons, lasserez, lasseront)
-
désespérer Verb (désespère, désespères, désespérons, désespérez, désespèrent, désespérais, désespérait, désespérions, désespériez, désespéraient, désespérai, désespéras, désespéra, désespérâmes, désespérâtes, désespérèrent, désespérerai, désespéreras, désespérera, désespérerons, désespérerez, désespéreront)
-
déprimer Verb (déprime, déprimes, déprimons, déprimez, dépriment, déprimais, déprimait, déprimions, déprimiez, déprimaient, déprimai, déprimas, déprima, déprimâmes, déprimâtes, déprimèrent, déprimerai, déprimeras, déprimera, déprimerons, déprimerez, déprimeront)
-
Konjugationen für moedeloos maken:
o.t.t.
- maak moedeloos
- maakt moedeloos
- maakt moedeloos
- maken moedeloos
- maken moedeloos
- maken moedeloos
o.v.t.
- maakte moedeloos
- maakte moedeloos
- maakte moedeloos
- maakten moedeloos
- maakten moedeloos
- maakten moedeloos
v.t.t.
- ben moedeloos gemaakt
- bent moedeloos gemaakt
- is moedeloos gemaakt
- zijn moedeloos gemaakt
- zijn moedeloos gemaakt
- zijn moedeloos gemaakt
v.v.t.
- was moedeloos gemaakt
- was moedeloos gemaakt
- was moedeloos gemaakt
- waren moedeloos gemaakt
- waren moedeloos gemaakt
- waren moedeloos gemaakt
o.t.t.t.
- zal moedeloos maken
- zult moedeloos maken
- zal moedeloos maken
- zullen moedeloos maken
- zullen moedeloos maken
- zullen moedeloos maken
o.v.t.t.
- zou moedeloos maken
- zou moedeloos maken
- zou moedeloos maken
- zouden moedeloos maken
- zouden moedeloos maken
- zouden moedeloos maken
diversen
- maak moedeloos!
- maakt moedeloos!
- moedeloos gemaakt
- moedeloos makend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für moedeloos maken:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
décourager | moedeloos maken | ontmoedigen |
déprimer | moedeloos maken | deprimeren |
désespérer | moedeloos maken | hoop opgeven; opgeven; vertwijfelen; wanhopen |
lasser | moedeloos maken |