Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. lel:


Niederländisch

Detailübersetzungen für lel (Niederländisch) ins Französisch

lel:

lel [de ~] Nomen

  1. de lel (kwab; lob)
    le lobule; la lobe; le peloton
  2. de lel (oplawaai; opdonder; muilpeer; )
    la baffe; la torgnole; le pain; la gifle; la beigne; la claque; le coup dur; le petit coup; le coup; l'heurt
  3. de lel (toegebrachte klap; klap; tik; klop; mep)
    le coup; le petit coup; la gifle; la claque; la tape
  4. de lel (toegebrachte klap; jens; klap; )
    le coup; la gifle; la claque

Übersetzung Matrix für lel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
baffe hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
beigne hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot opdoffer
claque dreun; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot; tik; toegebrachte klap dreun; harde slag; klap; mep; muilpeer; oorveeg; oorvijg; opdonder; pets; slag; uithaal; veeg; vuistslag
coup dreun; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot; tik; toegebrachte klap beurse plek; bluts; botsing; coup; deuk; dreun; dronk; duw; duwtje; gekke streek; harde slag; instulping; klap; klokslag; knal; kwak; messteek; opdonder; opeen knallen; por; putsch; rare streek; schaakstukverplaatsing; schaakzet; scheutje; schop; slag; slok; smak; staatsgreep; steek; stoot; stootje; teug; trap; tussendoortje; uithaal; vluggertje; voetbeweging; vuistslag; zet
coup dur hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
gifle dreun; hengst; jens; klap; klop; knal; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot; tik; toegebrachte klap harde slag; kaakslag; klap; mep; muilpeer; oorveeg; oorvijg; veeg
heurt hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot aanrijding; beven; botsing; collisie; conflict; doolhof; duw; duwtje; frictie; gevecht; hort; kamp; labyrint; onenigheid; por; ruzie; schok; schokkende beweging; stoot; stootje; strijd; twist; warboel; warnet; worsteling; wrijving; zet
lobe kwab; lel; lob
lobule kwab; lel; lob
pain hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot brood
peloton kwab; lel; lob baal; pak
petit coup hengst; klap; klop; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot; tik; toegebrachte klap duw; duwtje; klapje; kleine tik; klopje; por; stoot; stootje; tikje; zet
tape klap; klop; lel; mep; tik; toegebrachte klap aanslag; harde slag; impact; klap; kleine tik; klopje; krijgertje; tikje; tikkertje
torgnole hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot dreun; opdonder; slag; uithaal; vuistslag

Verwandte Wörter für "lel":

  • lellen