Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. kladder:
  2. kladderen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für kladder (Niederländisch) ins Französisch

kladder:

kladder [znw.] Nomen

  1. kladder (kladderaar; broddelaar; knoeier; klieder)
    le barbouilleur; le rapin; le gâcheur de métier; la gâcheuse de métier

Übersetzung Matrix für kladder:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
barbouilleur broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier loonbederver; loondrukker; onderkruiper; werkwillige
gâcheur de métier broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier
gâcheuse de métier broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier
rapin broddelaar; kladder; kladderaar; klieder; knoeier

Verwandte Wörter für "kladder":


kladderen:

kladderen Verb (kladder, kladdert, kladderde, kladderden, gekladderd)

  1. kladderen (klodderen; kliederen)
    barbouiller; gribouiller; cochonner
    • barbouiller Verb (barbouille, barbouilles, barbouillons, barbouillez, )
    • gribouiller Verb (gribouille, gribouilles, gribouillons, gribouillez, )
    • cochonner Verb (cochonne, cochonnes, cochonnons, cochonnez, )

Konjugationen für kladderen:

o.t.t.
  1. kladder
  2. kladdert
  3. kladdert
  4. kladderen
  5. kladderen
  6. kladderen
o.v.t.
  1. kladderde
  2. kladderde
  3. kladderde
  4. kladderden
  5. kladderden
  6. kladderden
v.t.t.
  1. heb gekladderd
  2. hebt gekladderd
  3. heeft gekladderd
  4. hebben gekladderd
  5. hebben gekladderd
  6. hebben gekladderd
v.v.t.
  1. had gekladderd
  2. had gekladderd
  3. had gekladderd
  4. hadden gekladderd
  5. hadden gekladderd
  6. hadden gekladderd
o.t.t.t.
  1. zal kladderen
  2. zult kladderen
  3. zal kladderen
  4. zullen kladderen
  5. zullen kladderen
  6. zullen kladderen
o.v.t.t.
  1. zou kladderen
  2. zou kladderen
  3. zou kladderen
  4. zouden kladderen
  5. zouden kladderen
  6. zouden kladderen
en verder
  1. is gekladderd
diversen
  1. kladder!
  2. kladdert!
  3. gekladderd
  4. kladderend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kladderen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
barbouiller kladderen; kliederen; klodderen aanrommelen; aanrotzooien; bekladden; bemorsen; besmeren; bevlekken; bevuilen; kalken; kladden; knoeien; rotzooien; scharrelen; scharrelen van kip
cochonner kladderen; kliederen; klodderen aanrommelen; aanrotzooien; haspelen; knoeien; lanterfanten; luieren; lummelen; nietsdoen; niksen; rondhangen; rotzooien; scharrelen; scharrelen van kip; tot een warboel maken; verwarren
gribouiller kladderen; kliederen; klodderen kalken; kladden; neerkladden

Verwandte Wörter für "kladderen":