Niederländisch

Detailübersetzungen für kavel (Niederländisch) ins Französisch

kavel:

kavel [de ~ (m)] Nomen

  1. de kavel (gebied; perceel; terrein; bouwterrein)
    le domaine; la parcelle de terrain; la parcelle; le lot; le terrain; le lotissement; le terrain à bâtir

Übersetzung Matrix für kavel:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
domaine bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein buitengoed; domein; erf; gaard; gebied; gebiedsdeel; gewest; gordel; gouw; grondgebied; landgoed; landstreek; oord; plaats; provincie; rayon; rechtsgebied; regio; ressort; rijksgedeelte; rijksonderdeel; sfeer; streek; terrein; territorium; tuin; zone
lot bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein batch; bepaalde hoeveelheid; bouwwerk; bundel; gebouw; pand; partij
lotissement bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein bouwwerk; gebouw; pand; verkaveling
parcelle bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein bouwwerk; deeltje; gebouw; onderdeeltje; pand; perceel
parcelle de terrain bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein bouwwerk; gebouw; pand
terrain bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein erf; gaard; gebied; gordel; grondgebied; rijksgedeelte; streek; stuk land; terrein; territorium; tuin; voedingsbodem; zone
terrain à bâtir bouwterrein; gebied; kavel; perceel; terrein bouwgrond; bouwterrein; bouwwerk; gebouw; pand
Not SpecifiedVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
domaine TLD; domein; realm; topleveldomein

Verwandte Wörter für "kavel":

  • kavelen, kavels, kaveltje, kaveltjes

kavelen:

kavelen Verb (kavel, kavelt, kavelde, kavelden, gekaveld)

  1. kavelen (verkavelen; verdelen)

Konjugationen für kavelen:

o.t.t.
  1. kavel
  2. kavelt
  3. kavelt
  4. kavelen
  5. kavelen
  6. kavelen
o.v.t.
  1. kavelde
  2. kavelde
  3. kavelde
  4. kavelden
  5. kavelden
  6. kavelden
v.t.t.
  1. heb gekaveld
  2. hebt gekaveld
  3. heeft gekaveld
  4. hebben gekaveld
  5. hebben gekaveld
  6. hebben gekaveld
v.v.t.
  1. had gekaveld
  2. had gekaveld
  3. had gekaveld
  4. hadden gekaveld
  5. hadden gekaveld
  6. hadden gekaveld
o.t.t.t.
  1. zal kavelen
  2. zult kavelen
  3. zal kavelen
  4. zullen kavelen
  5. zullen kavelen
  6. zullen kavelen
o.v.t.t.
  1. zou kavelen
  2. zou kavelen
  3. zou kavelen
  4. zouden kavelen
  5. zouden kavelen
  6. zouden kavelen
en verder
  1. is verkaveld
diversen
  1. kavel!
  2. kavelt!
  3. gekaveld
  4. kavelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für kavelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
diviser en lots kavelen; verdelen; verkavelen
répartir en lots kavelen; verdelen; verkavelen
vendre par lots kavelen; verdelen; verkavelen

Verwandte Wörter für "kavelen":