Übersicht


Niederländisch

Detailübersetzungen für jazeker (Niederländisch) ins Französisch

jazeker:

jazeker Adjektiv

  1. jazeker (jawel; inderdaad)
    en effet; vraiment; effectivement; si; mais si; quand même; tout de même
  2. jazeker (zeker; waarlijk)

Übersetzung Matrix für jazeker:

OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
si als; indien; mits; of
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
bien entendu jazeker; waarlijk; zeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; welteverstaan; zeker; zonder twijfel
certainement jazeker; waarlijk; zeker 'tuurlijk; absoluut; allicht; bepaald wel; beslist; bijgevolg; dus; feitelijk; geheid; gewis; heus; logisch; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; onvoorwaardelijk; onweerlegbaar; pertinent; reëel; ronduit; stellig; ten enenmale; uiteraard; vanzelfsprekend; vast; vast en zeker; vaststaand; volstrekt; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zonder twijfel
certes jazeker; waarlijk; zeker 'tuurlijk; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; feitelijk; geheid; gewis; heus; logisch; metterdaad; natuurlijk; ongetwijfeld; onontkomelijk; reëel; stellig; uiteraard; vanzelfsprekend; vast; vast en zeker; voorzeker; waarachtig; waarlijk; welzeker; zeker; zonder twijfel
effectivement inderdaad; jawel; jazeker; waarlijk; zeker 'tuurlijk; absoluut; allicht; beslist; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; effectief; heus; logisch; metterdaad; natuurlijk; onontkomelijk; reëel; ronduit; stellig; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk; zeker; zonder twijfel
en effet inderdaad; jawel; jazeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; dus; echt; effectief; heus; logisch; metterdaad; namelijk; natuurlijk; onontkomelijk; reëel; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; waar; waarachtig; warempel; werkelijk; zeker; zonder twijfel
mais oui jazeker; waarlijk; zeker
mais si inderdaad; jawel; jazeker; waarlijk; zeker jawel; wel
quand même inderdaad; jawel; jazeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; dus; logisch; natuurlijk; onontkomelijk; uiteraard; vanzelfsprekend; zeker; zonder twijfel
si inderdaad; jawel; jazeker als; indien; jawel; mits; wel; zulke
tout de même inderdaad; jawel; jazeker 'tuurlijk; allicht; bijgevolg; daadwerkelijk; desondanks; doch; dus; echter; evenwel; logisch; maar; metterdaad; natuurlijk; niettemin; nochtans; onontkomelijk; toch; uiteraard; vanzelfsprekend; voorwaar; zeker; zonder twijfel
tout à fait jazeker; waarlijk; zeker foutloos; perfect; volmaakt
vraiment inderdaad; jawel; jazeker beslist; echt; eerlijk; effectief; eigenlijk; feitelijk; fideel; geheid; gewis; heus; metterdaad; ongetwijfeld; openhartig; oprecht; reëel; rondborstig; stellig; trouwhartig; vast; vast en zeker; voorwaar; voorzeker; waar; waarachtig; waarlijk; warempel; wel degelijk; welzeker; werkelijk; zeker