| Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
|
barbotage
|
geknoei; gemodder
|
geploeter; gezwoeg; poet
|
|
barbouillage
|
geknoei; gemors
|
bedrog; geklieder; geklodder; kliederen; knoeiboel; knoeierij; nep; oplichterij; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje; zwendelarij
|
|
bousillage
|
geknoei; gemodder
|
bedrog; broddelwerk; gebroddel; gehannes; geklieder; geklungel; gestuntel; kladwerk; kliederen; knoeiboel; knoeierij; knoeiwerk; knutselwerk; nep; oplichterij; prutswerk; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje; zwendelarij
|
|
bricolage
|
geknoei; gesjoemel
|
broddelwerk; doe-het-zelf-werk; gebroddel; geklungel; geknutsel; huisvlijt; kladwerk; knoeiwerk; knutselarij; knutselen; knutselwerk; prutswerk
|
|
gâchage
|
geknoei; gemors
|
|
|
pataugeage
|
geknoei; gemodder
|
gebroddel; geklungel; geploeter; gezwoeg
|
|
travail d'amateur
|
geknoei; gemodder
|
geknutsel; knutselarij; knutselen; knutselwerk
|
|
tricherie
|
geknoei; gesjoemel
|
bedriegerij; bedrog; fopperij; fraude; gespiek; knoeierij; leugen; leugenarij; malversatie; misleiding; nep; onechtheid; onregelmatigheden; ontvreemding; onwaarheid; oplichterij; valsheid; verdonkeremaning; verduisteren; verduistering; zwendel; zwendelarij
|
|
éclaboussure
|
geknoei; gemors
|
moesje; nop; spat; spatje; stip; stipje; stippel; vlek; vlekje
|