Niederländisch
Detailübersetzungen für een gok wagen (Niederländisch) ins Französisch
een gok wagen:
-
een gok wagen (gokken)
parier; prendre le risque; jouer; spéculer; faire des spéculations-
parier Verb (parie, paries, parions, pariez, parient, pariais, pariait, pariions, pariiez, pariaient, pariai, parias, paria, pariâmes, pariâtes, parièrent, parierai, parieras, pariera, parierons, parierez, parieront)
-
prendre le risque Verb
-
jouer Verb (joue, joues, jouons, jouez, jouent, jouais, jouait, jouions, jouiez, jouaient, jouai, jouas, joua, jouâmes, jouâtes, jouèrent, jouerai, joueras, jouera, jouerons, jouerez, joueront)
-
spéculer Verb (spécule, spécules, spéculons, spéculez, spéculent, spéculais, spéculait, spéculions, spéculiez, spéculaient, spéculai, spéculas, spécula, spéculâmes, spéculâtes, spéculèrent, spéculerai, spéculeras, spéculera, spéculerons, spéculerez, spéculeront)
-
Konjugationen für een gok wagen:
o.t.t.
- waag een gok
- waagt een gok
- waagt een gok
- wagen een gok
- wagen een gok
- wagen een gok
o.v.t.
- waagde een gok
- waagde een gok
- waagde een gok
- waagden een gok
- waagden een gok
- waagden een gok
v.t.t.
- heb een gok gewaagd
- hebt een gok gewaagd
- heeft een gok gewaagd
- hebben een gok gewaagd
- hebben een gok gewaagd
- hebben een gok gewaagd
v.v.t.
- had een gok gewaagd
- had een gok gewaagd
- had een gok gewaagd
- hadden een gok gewaagd
- hadden een gok gewaagd
- hadden een gok gewaagd
o.t.t.t.
- zal een gok wagen
- zult een gok wagen
- zal een gok wagen
- zullen een gok wagen
- zullen een gok wagen
- zullen een gok wagen
o.v.t.t.
- zou een gok wagen
- zou een gok wagen
- zou een gok wagen
- zouden een gok wagen
- zouden een gok wagen
- zouden een gok wagen
diversen
- waag een gok!
- waagt een gok!
- een gok gewaagd
- een gok wagend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für een gok wagen:
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
faire des spéculations | een gok wagen; gokken | met aandelen spelen; speculeren |
jouer | een gok wagen; gokken | acteren; doen alsof; dramatiseren; een rol vertolken; gokken; komedie spelen; met aandelen spelen; met geld spelen; opspelen; opspelen kaartspel; optreden; performen; speculeren; spelen; tokkelen; toneelspelen; zich aanstellen |
parier | een gok wagen; gokken | inzetten; verwedden; wedden |
prendre le risque | een gok wagen; gokken | |
spéculer | een gok wagen; gokken | gissen; gissing maken; gokken; met aandelen spelen; met geld spelen; raden; speculeren |