Niederländisch
Detailübersetzungen für de hik hebben (Niederländisch) ins Französisch
de hik hebben:
-
de hik hebben (hikken)
hoqueter; avoir le hoquet-
hoqueter Verb (hoquette, hoquettes, hoquetons, hoquetez, hoquettent, hoquetais, hoquetait, hoquetions, hoquetiez, hoquetaient, hoquetai, hoquetas, hoqueta, hoquetâmes, hoquetâtes, hoquetèrent, hoquetterai, hoquetteras, hoquettera, hoquetterons, hoquetterez, hoquetteront)
-
avoir le hoquet Verb
-
Konjugationen für de hik hebben:
o.t.t.
- heb de hik
- hebt de hik
- heeft de hik
- hebben de hik
- hebben de hik
- hebben de hik
o.v.t.
- had de hik
- had de hik
- had de hik
- hadden de hik
- hadden de hik
- hadden de hik
v.t.t.
- heb de hik gehad
- hebt de hik gehad
- heeft de hik gehad
- hebben de hik gehad
- hebben de hik gehad
- hebben de hik gehad
v.v.t.
- had de hik gehad
- had de hik gehad
- had de hik gehad
- hadden de hik gehad
- hadden de hik gehad
- hadden de hik gehad
o.t.t.t.
- zal de hik hebben
- zult de hik hebben
- zal de hik hebben
- zullen de hik hebben
- zullen de hik hebben
- zullen de hik hebben
o.v.t.t.
- zou de hik hebben
- zou de hik hebben
- zou de hik hebben
- zouden de hik hebben
- zouden de hik hebben
- zouden de hik hebben
diversen
- heb de hik!
- hebt de hik!
- de hik gehad
- de hik hebbend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für de hik hebben:
| Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
| avoir le hoquet | de hik hebben; hikken | |
| hoqueter | de hik hebben; hikken |