Niederländisch
Detailübersetzungen für bezwaar aantekenen (Niederländisch) ins Französisch
bezwaar aantekenen:
bezwaar aantekenen Verb (teken bezwaar aan, tekent bezwaar aan, tekende bezwaar aan, tekenden bezwaar aan, bezwaar aangetekend)
-
bezwaar aantekenen (bezwaren; bezwaar maken)
se plaindre; plaindre; émettre des réserves; se lamenter de-
se plaindre Verb
-
plaindre Verb (plains, plaint, plaignons, plaignez, plaignent, plaignais, plaignait, plaignions, plaigniez, plaignaient, plaignis, plaignit, plaignîmes, plaignîtes, plaignirent, plaindrai, plaindras, plaindra, plaindrons, plaindrez, plaindront)
-
émettre des réserves Verb
-
se lamenter de Verb
-
Konjugationen für bezwaar aantekenen:
o.t.t.
- teken bezwaar aan
- tekent bezwaar aan
- tekent bezwaar aan
- tekenen bezwaar aan
- tekenen bezwaar aan
- tekenen bezwaar aan
o.v.t.
- tekende bezwaar aan
- tekende bezwaar aan
- tekende bezwaar aan
- tekenden bezwaar aan
- tekenden bezwaar aan
- tekenden bezwaar aan
v.t.t.
- heb bezwaar aangetekend
- hebt bezwaar aangetekend
- heeft bezwaar aangetekend
- hebben bezwaar aangetekend
- hebben bezwaar aangetekend
- hebben bezwaar aangetekend
v.v.t.
- had bezwaar aangetekend
- had bezwaar aangetekend
- had bezwaar aangetekend
- hadden bezwaar aangetekend
- hadden bezwaar aangetekend
- hadden bezwaar aangetekend
o.t.t.t.
- zal bezwaar aantekenen
- zult bezwaar aantekenen
- zal bezwaar aantekenen
- zullen bezwaar aantekenen
- zullen bezwaar aantekenen
- zullen bezwaar aantekenen
o.v.t.t.
- zou bezwaar aantekenen
- zou bezwaar aantekenen
- zou bezwaar aantekenen
- zouden bezwaar aantekenen
- zouden bezwaar aantekenen
- zouden bezwaar aantekenen
diversen
- teken bezwaar aan!
- tekent bezwaar aan!
- bezwaar aangetekend
- bezwaar aantekenend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze