Niederländisch
Detailübersetzungen für beschavend (Niederländisch) ins Französisch
beschavend:
-
beschavend (welopvoedend)
conférant une bonne éducation; formateur; éducateur; civilisant-
conférant une bonne éducation Adjektiv
-
formateur Adjektiv
-
éducateur Adjektiv
-
civilisant Adjektiv
-
Übersetzung Matrix für beschavend:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
formateur | docent; instructeur; leermeester; leraar | |
éducateur | docent; instructeur; leerkracht; leermeester; leraar; meester; onderwijzer; opvoeder; pedant; schoolmeester | |
Modifier | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
civilisant | beschavend; welopvoedend | |
conférant une bonne éducation | beschavend; welopvoedend | |
formateur | beschavend; welopvoedend | vormend |
éducateur | beschavend; welopvoedend |
beschavend form of beschaven:
-
beschaven (cultiveren; ontwikkelen; civiliseren)
cultiver; civiliser-
cultiver Verb (cultive, cultives, cultivons, cultivez, cultivent, cultivais, cultivait, cultivions, cultiviez, cultivaient, cultivai, cultivas, cultiva, cultivâmes, cultivâtes, cultivèrent, cultiverai, cultiveras, cultivera, cultiverons, cultiverez, cultiveront)
-
civiliser Verb (civilise, civilises, civilisons, civilisez, civilisent, civilisais, civilisait, civilisions, civilisiez, civilisaient, civilisai, civilisas, civilisa, civilisâmes, civilisâtes, civilisèrent, civiliserai, civiliseras, civilisera, civiliserons, civiliserez, civiliseront)
-
Konjugationen für beschaven:
o.t.t.
- beschaaf
- beschaaft
- beschaaft
- beschaven
- beschaven
- beschaven
o.v.t.
- beschaafde
- beschaafde
- beschaafde
- beschaafden
- beschaafden
- beschaafden
v.t.t.
- heb beschaafd
- hebt beschaafd
- heeft beschaafd
- hebben beschaafd
- hebben beschaafd
- hebben beschaafd
v.v.t.
- had beschaafd
- had beschaafd
- had beschaafd
- hadden beschaafd
- hadden beschaafd
- hadden beschaafd
o.t.t.t.
- zal beschaven
- zult beschaven
- zal beschaven
- zullen beschaven
- zullen beschaven
- zullen beschaven
o.v.t.t.
- zou beschaven
- zou beschaven
- zou beschaven
- zouden beschaven
- zouden beschaven
- zouden beschaven
diversen
- beschaaf!
- beschaaft!
- beschaafd
- beschavend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
beschaven (cultiveren; ontwikkelen; vormen)